Bridgerubriek 13 okt

In de finale van het wereldkampioenschap gemengde viertallen kwamen Magie Tichá met Richard Ritmeijer en Ricco van Prooijen net tekort. En hoewel de teleurstelling natuurlijk groot is, kleurt zilver ook fraai. Op hetzelfde moment dat de Nederlanders op het podium staan te zwaaien wordt in Hengelo alweer voor de derde keer het kampioenschap van die stad gehouden.

Een van de leukste toernooien vind ik zelf. De gehanteerde formule ( Zwitsers) zorgt voor tegenstanders die bij je in de buurt staan en gevechten tussen gelijken is veel leuker dan bij groot verschil in capaciteit.
Wim Tielen en Janek Staal hadden zich al snel geïnstalleerd aan tafel een en werden pas in de laatste ronde gepasseerd door Henk van Ekelenburg en Meindert Bouwknegt. Selma Smit en Willem van der Veen vulden het podium aan.

36 Spellen krijgen de deelnemers voor de kiezen en nummer 36 zorgt voor de beslissing.

Z/Allen
A 9 5 2
B 9 2
H 8
10 8 4 2
H B
V 10 7 6 4 3
A H 7 10 8 3
V B 9 5 4 10 7 6 3
B 7 5 -
8
V 6 5 4
A 2
A H V 9 6 3
 

Tielen-Staal spelen 3♣ in zuid en scoren met +150 precies midden. Van Ekelenburg en Bouwknegt vinden hun ruitenfit en drukken de tegenstanders naar het drieniveau. Zuid kiest na het negatieve doublet van noord voor 3 en dat is geen feest. Twee kwetsbare downslagen leveren de winnaars 75% op.

Het veld heeft andere ideeën dan een kalme deelscore. Twee paren maken 3SA in NZ. Zes klaverenslagen, twee hoge ruiten en ♠A, een kind kan de was doen. Verrassend is er ook een duo dat 3SA in OW probeert. Joke Smits en Antonio Fonts laten een slagje lopen, maar de vier gedoubleerde downslagen zijn natuurlijk een top.

De top in de andere lijn gaat naar Jan Haverkate en Inez Pelle. Bob Holl op de noordstoel heeft 2♠ van een bandje voorzien en begint met H. Rien Steen neemt over met het aas. Zijn bedoeling is duidelijk. Een tweede ruiten is voor partners vrouw en de derde kan worden getroefd. Groot is de verbazing en teleurstelling als de tweede ruitenslag voor de leider is die simpel troefaas eruit drukt voor elf slagen.

Elf slagen is veel te veel, maar ook als je tien slagen maakt, heb je een cadeautje gekregen. Na harten uit duik je de twee hoge troeven. Pas als de leider ruiten speelt, stap je op en speelt klaveren na. Zuid komt later aan slag met A en speelt harten door de heer heen. Niet alleen maak je twee ruiten, zo komt ook de hartenslag binnen. Omdat de leider niet kan vermijden dat je twee troeven maakt, eindigt het verhaal met acht slagen.

Met klaveren uit moet de leider oppassen niet met slechts zeven slagen te eindigen. Klaveren getroefd en schoppen voor de heer en het aas. Nu weer klaveren getroefd. Als je nu een kleine troef speelt, maak je er maar zeven. Ruiten na voor de heer en een derde klaveren zorgt er voor dat de leider troefkort is.

De succesverhalen in NZ komen van 5♣ gedoubleerd. Alle plaatjes maken overuren en na een hoge harten van west kan iedereen elf slagen oplepelen.

Het volgende spel zorgt voor een wiskundecollege van Rien Steen en Bob Holl.

O/OW
H V 7 3
A 2
H V B
A V B 3
9 6 5
8
V B 10 9 7 6 3
8 4 3 A 10 9 7 6
6 10 9 7 5 4 2
A B 10 4 2
H 8 5 4
5 2
H 8
 

Steen-Holl eindigen in 6♠ net als bijna alle andere paren. Bob krijgt klaveren uit en hij neemt met de heer. Er zijn drie verliezers: twee in harten en eentje in ruiten. Maar na de klaverenstart kunnen de ruitenverliezers weg op de hoge klaveren in dummy en de hartenverliezers kun je troeven.

De leider wint met ♣H en speelt harten naar het aas en harten. Oost zegt dankjewel en troeft, incasseert A en geeft zijn partner nog een klaverenaftroever. Zuur voor de leider.

De volgende dag volgt een mail van de ongelukkige. Hij stelt dat zijn speelwijze beter is dan troef trekken, de ruiten afgooien op de hoge klaveren en dan H voor het hok. Met A bij oost krijg je twee slagen terug zonder er een te verliezen.

A goed is 50% en de speelwijze van Bob verliest slechts met de harten 6-1, of 7-0 of de schoppen 4-0. Bob komt tot 83%.

Aan het eind van de middag volgt de mail van Rien Steen. Hij telt iets anders. Steen meent dat de keuze gaat tussen troeftrekken of de speelwijze van Bob, want je kunt niet een rondje troef spelen, omdat dan de communicatie ontbreekt om twee hartens te troeven. Meteen troeftrekken leidt ook tot dertien slagen als de troeven 2-2 zitten, of bij een ander zitsel met A goed. Rien komt tot 69%.

De afweging is dus of je de grootste kans op een overslag moet nemen met de kans op down in een dicht contract, of minstens voor contract gaat met de kans op een overslag.

Als je kiest voor de grootst mogelijke kans op een upje, dan valt de deksel weleens op je neus. Overigens scoort 6♠ contract onder het midden. Een compliment voor het veld dat (bijna) iedereen in slem komt. Degenen die een overslag halen krijgen bijna 90% voor de mazzel dat A goed zit.

Matthieu Verhoeven vindt eveneens de schoppenfit, maar parkeert zich in 6SA als hij twee heren en troefaas bij de maat weet. Dat levert twaalf slagen op nadat oost met A begint voor ruim 70%. Kalm en bedaard kan het ook.