Bridgerubriek 28 januari

Het gejuich en de polonaise bij de halve finale van de Meesterklasse hebt u vorige week kunnen horen en zien, maar in de eerste divisie was er ook reden tot feest. Onstein 4, Erik-Jan Krijgsman met Kamiel Cornelissen en Ralf Walgemoet met Jacco van Egdom klimmen vanuit de achterhoede per ronde omhoog en eindigen op de derde plaats.

De eerste twee promoveren rechtstreeks en nummer drie speelt een beslissingswedstrijd tegen het team dat als achtste is geëindigd in de Meesterklasse. De winnaar van dat duel speelt volgend seizoen in de hoogste klasse. Vandaag spelen de Enschedeërs drie setjes van zestien spellen.
Ziet u zondagmiddag een dubbeldekker met hossende Tukkers op de A1, dan kent u de afloop.

Twee spellen van een excellerende Krijgsman-Cornelissen:

W/-
A 9 8 7 6
8 7
V 10 8 5 3
5
H B
V 10 4 2
9 6 4 2 5
H 9 7 6 4 2 A B
V H B 9 8 7 4
5 3
A H V B 10 3
-
A 10 6 3 2
 

West opent met 2♣. Het openingsbod kan een aantal sterke handen bevatten, of zoals hier een zwakke twee in ruiten. Na het 2 wachtbod van oost springt Erik-Jan meteen naar 4 en iedereen past.
West begint met ♣V en zuid neemt in de hand. De leider wil het aantal verliezers verkleinen door klaveren te troeven in dummy. In slag twee volgt klaveren, maar west troeft voor met 9 en speelt troef na voor 7 in dummy.

De leider heeft nog drie klaveren en een schoppenverliezer en kan ten hoogste een klaveren troeven in noord. Tevens is hij al een slag kwijt. De toekomst ziet er somber uit. Maar Krijgsman vindt een oplossing.

Nadat de dummy slag drie maakt met 7, incasseert zuid ♠A. Het waarom wordt zo duidelijk. Hij troeft een ruiten in de hand en een klaveren op tafel. Een tweede ruitenintroever velt het aas en de resterende troeven worden gehaald. Zuid heeft nog twee klaverenverliezers en een kleine schoppen. Hij speelt schoppen na. West moet nemen en met slechts ruiten volgt H. De leider dumpt een verliezende klaveren, maar op het verplichte ruitenvervolg voor V in dummy verdwijnt de laatste klaveren en maakt zuid precies tien slagen.
Zeer kunstig en nu blijkt waarom je snel ♠A moet cashen. Als west namelijk het eindspel had zien aankomen, dan had hij ♠H onder het aas kunnen gooien om zo de ingooi vermijden.

Het tweede spel is minder mooi, maar wel een stuk spannender

Z/OW
H 3
V B 5
A H B 3
A V 7 4
10 9 5 4
8 7 6
8 7 4 3 2 A 10 9 6
10 7 4 8 5 2
2 10 9 6
A V B 2
H
V 9 6
H B 8 5 3
 

Krijgsman ( oost) en Cornelissen nemen het op tegen twee vrouwen internationals. Zuid opent met 1SA. Hoewel het gebruik van de 1SA opening met een singleton schering en inslag is, kun je deze hand gewoon met 1♣ openen. Er is geen rebidprobleem.

Na 1SA vraagt noord met 2♠ en het antwoord van 3♣ toont een vierkaart klaveren en een vierkaart in een andere kleur. 4♣ spreekt de troefkleur af en met 4 vertelt zuid een controle. Noord vraagt hierna de azen en na het 5 antwoord ( 2 keycards) volgt 5SA met de noordhand. Met dat bod maakt noord duidelijk dat alle azen aan boord zijn. Tellen is lastig, en als zuid overwaarde heeft grootslem gespeeld kan worden. Die overwaarde heeft zuid want ze vist 7♣ uit de biedbak.

Twee passen volgen, waarna Erik-Jan doubleert. Aan Kamiel de taak de juiste start te vinden.
Tegen een grootslem kom je meestal met troef. De meeste paren kunnen namelijk wel tot vijf tellen. Partner probeert je dus duidelijk te maken dat je niet de gebruikelijke uitkomst moet kiezen. Hij heeft een renonce of een aas dat misschien kan verzuipen.

Kamiel peinst. Dat kan hij goed. Niet dat hij als model heeft gefungeerd voor het werk van Rodin, maar hij is wel het evenbeeld. Na geruime overweging kiest hij voor harten met als argument dat partner wel eens een renonce in die kleur kan hebben.
Partner heeft geen renonce, maar wel A en 7♣ is van acquit down. Dat scheelt wel een paar impen! Zonder hartenstart heeft de leider snel dertien slagen.