Bridgerubriek 4 maart

Dat na het nationale kampioenschap van Onstein 3 en de promotie van Onstein 4 de kurken op de champagnefles nog eens zouden knallen in de bridgeboerderij leek dit seizoen niet waarschijnlijk. Toch zorgde het vijfde voor een derde feestavond. Het team rond Hans Melchers stond dan wel in de top drie, maar BCO uit Utrecht leek al voor de laatste speeldag kampioen te zijn. Een forse voorsprong en een licht programma, de titel lag voor het grijpen voor de bridgers uit Utrecht.

Iedereen had echter buiten Jacco Lengkeek met Gerard Golbach en Tjeerd en Remko Kootstra gerekend. In de voorlaatste ronde verloor het kwartet van degradant Nijmegen en zakte zo ook onder de veilige streep, maar in laatste ronde werd BCO aan de zegekar gebonden. Vooral Jacco en Gerard hielden huis.

O/-
H 9 7 5 4
V 10 7 5 3 2
B
V
V B 2
10 8 3
H 9 8 4
7 4 2 V 9 6 5 3
H B 10 8 7 6 4 2
A 6
A B 6
A H 10 8
A 9 5 3
 

Zuid opent zijn hand met 2♣ om na 2 van noord 2SA te herbieden. Met die opbouw belooft hij 19-20 punten. Noord transfereert naar harten om na 3 van zuid zijn tweede kleur te bieden met 3♠. Zuid heeft voorkeur voor harten en maakt dat bekend met 4. Aan de andere tafel werd daarop gepast, maar noord ziet meer perspectief in zijn kaart dan de speler aan de andere tafel, want hij vraagt naar het aantal azen.

Dat is zeer optimistisch. Meer rechtvaardiging zou in die actie zitten als zuid na 3♠ met 4♣ verder gaat. Het bod toont een goede kaart voor een hartencontract. Kies je schoppen dan wordt 4 het bod. Op die manier weet de overkant of je uit nood de manche biedt, of een hand hebt met sleminteresse.

Alles komt op zijn pootjes terecht, want zuid heeft vier azen. Noord beëindigt het bieden met een sprong naar 6. De leider speelt eerst drie rondjes schoppen en troeft de laatste ronde in de hand. Nu de kleur rond zit, is alle kou uit de lucht. Er gaat nog een troefslag verloren maar +980 wint 11 imps ten opzichte van 480 van de andere tafel.

Hetzelfde scenario vond plaats aan het eind van de wedstrijd:

N/OW
-
H V 10 4 3
H V 10
10 7 6 5 2
B 10 7 5
V 9 8 6 2
A 9 8 B 7 6 5
7 4 2 9 3
B 8 3 V 4
A H 4 3
2
A B 8 6 5
A H 9
 

Tegen de broers Kootstra komen de Utrechters niet verder dan 5 en scoren een overslag. Lengeek-Golbach rijden nog steeds in de zesde versnelling.

Noord begint met 1 en daar ben ik het mee eens. Twee vijfkaarten en tien punten zijn meer dan voldoende om te openen. Na 2 van zuid steunt noord meteen de ruiten. Het 2 bijbod belooft bijna altijd een vijfkaart. Zou zuid een vierkaart hebben, dan heeft hij exact een 3-3-4-3 verdeling en steunt de harten in de tweede ronde.

Nu herbiedt zuid 3♠ en meldt noord zijn klaverendekking met 3SA. Zuid is nog niet klaar natuurlijk en met 4♣ toont hij een controle. Noord doet hetzelfde met 4, waarna de azencheck duidelijk maakt dat er eentje (van de vijf) ontbreekt. Het eindcontract wordt daarom 6.

Zuid neemt ♠B in de hand en speelt meteen harten. Als west duikt wint H de slag en schakelt zuid over op de klaveren. Drie rondjes van die kleur maken twee slagen vrij waarop de twee schoppenverliezers worden geparkeerd.
In de praktijk stapt west op met A. West speelt troef voor de heer in dummy. De leider speelt klaveren naar de hand en troeft een schoppen in dummy. Op de hoge harten verdwijnen de laatste verliezers. Met klaveren komt zuid weer thuis om de laatste troeven te halen en te claimen.

Fraai gedaan en opnieuw forse winst.
De consequentie van al die torenhoge contracten was dat Schuttersveld het tot dan toe leidende BCO van de troon stootte. “t Onstein 5 haalde de Utrechters in en werd kampioen.

Schuttersveld en ook OBC kwamen met de hakken over de sloot, maar Onstein 6 met Helena Krijgsman, Mark Kaptein en Matthieu Verhoeven haalde het niet en degradeerde.