Bridgerubriek 11 nov

Tussen alle grote wedstrijden van de afgelopen maand, Meesterklasse viertallen en kampioenschap van Hengelo zat ook nog een ronde van het Topcircuit verstopt. Onze ervaringen met een dagje butleren zijn matig. Op de een of andere manier halen we zelden wat. Dit seizoen treffen we een aantal nieuwe gezichten en verloopt de ochtendzitting als vanouds. Met een schamele +9 doen we nauwelijks mee.

Na de lunch, normaal de tijd om de oogleden even te laten rusten, komen de tegenstanders grote geschenken brengen. We winnen de tweede zitting zelfs en het had weinig gescheeld of we waren op het podium geëindigd. Het blijft voorlopige bij een prima vierde plaats, ruim (+1 imp) voor Erik-Jan Krijgsman en Kamiel Cornelissen. In de avonduren gemorrel op het net, want een tafel heeft verkeerd ingevuld en dat heeft consequenties. Erik-Jan en Kamiel halen ons in met een impje.

Het eerste cadeautje zag er zo uit:

N/Allen
B 10 9 5 4
4
A B 4
B 10 8 5
8 6
A V 7
A H V B 10 7 5 8 6 2
9 10 8 6 2
A 9 6 7 4 2
H 3 2
9 3
H V 7 5 3
H V 3
 

Tegen twee onbekenden. Zuid opent in de derde hand met een zwakke 1SA. Steenbakkers doubleert. Geef toe, hij heeft acht slagen in zijn hand. Noord aan mijn kant van het scherm alerteert zijn eigen pas en als ik informeer wat hij heeft, is zijn antwoord: minstens vijf punten.
Ik ken een hoop wegloopschema’s na het doubleren na een 1SA opening, maar deze was nieuw.

Ik pas uiteraard ook en de openaar doet mee, zodat het eindcontract 1SA gedubbeld wordt. Geon begint ludiek met 10 en de leider speurt op onze kaart naar de afspraken. Geon maakt een wegwuif gebaar en we beginnen. Na de derde harten wordt het voor mij ook duidelijk en vrolijk incasseert Geon nog vier slagen. Ik heb ondertussen verteld dat ik ♠A heb, zodat we na de hartenlawine ook de twee zwarte azen cashen voor drie down en 800 punten.

Passen om vijf punten te vertellen is met een evenwichtige hand misschien een goed idee, maar met deze noordhand zou ik toch maar schoppen bieden. Het veld speelt hartendeelscores in west en schoppencontracten in NZ. Een duo maakt 4♠. Onze 800 prijkt eenzaam, geen klachten, aan top.

Tegen half vier begint het gapen en sluit ik af en toe de ogen als mijn partner nadenkt over zijn bod. Ook tijdens mijn eigen bieden, zak ik wel eens onderuit:

W/-
A 10 9 3
4
A H 5 4 2
V 9 3
V 8 4 2
7 5
A V 9 5 3 H B 10 8
V 10 9 7 6 3
B 10 7 5 2
H B 6
7 6 2
B 8
A H 8 6 4
 

Na de pas van west, je kunt 1 doen, begint Geon met 1 en antwoord ik 2♣. West komt erin met een doublet en noord zwijgt. Oost kiest harten en na twee passen doubleert noord negatief. Ik wil nu mijn schoppenwaarden vertellen en dat zou mooi kunnen met 2♠. Geon kan dan steunen met 3♣ en de trein staat op de rails.

In plaats van 2♠ pak ik echter het 3♠ kaartje uit de bak. In mijn achterhoofd zaten we al op het drieniveau. Er ontspint zich warrig biedverloop waar ruiten nog even troef is, maar Steenbakkers is gelukkig wel wakker en ik pas op zijn 6♣ bod.

West begint met A en speelt in slag twee schoppen in. Nu had ik aan de hand van het biedverloop ♠V wel gevonden, maar een behulpzame nakomst accepteer ik graag. Ik win met ♠B en troef een harten in dummy.
Ik ga door met ♣V en als iedereen bekent op de volgende klaveren lonkt het einde. Ik haal ook de laatste troef en speel eerste ruiten. V tuimelt meteen naar beneden, zodat ik kan claimen zonder te hoeven snijden in schoppen.

We bieden als enigen naar 6♣ en de slembonus tikt aardig door in de impsstand. Aan sommige tafels eindigt het bieden in een deelscore en anderen kiezen voor de ruitenmanche.

Goed scoren in butlerwedstrijden is een kwestie van grote getallen winnen en aan de goede kant zitten. Als de tegenstanders dan af en toe meewerken en de wind niet tegenstaat, heb je een plezierige middag. Zeker als je weer wakker bent.

De afgelopen dagen waren we in Riga voor de Champions Cup. Als we geen BUK tegenkomen onderweg, volgende weken spellen uit Letland.