Bridgerubriek 29 oktober

Op weg naar Utrecht merk ik dat de trein niet verder gaat dan Amersfoort. Het laatste stuk gaat met de bus en dat is geen genoegen. Met zijn honderden stormen we op de klaarstaande bus af om te ontdekken dat er maar een man of vijftig in kunnen. Dan maar de tweede. De afstand tussen Amersfoort en Utrecht is nauwelijks 20 kilometer, maar toch kost het tripje bijna een uur. Ik ben net op tijd en met het zweet op de rug en zonder koffie ploft spel 1 van het Topcircuit op tafel.

Na twee ronden komt de uitslag over de eerste zes spellen. We hebben, zoals we wel dachten, een beetje min. Wat bijzonder is, is dat de wedstrijdleider komt informeren of een spel wel goed hebben ingevuld, ze kregen vragen. Wat is er gebeurd?

Geon Steenbakkers had voor spel 1 nog de illusie dat de tegenstanders rationeel boden. Denk met hem mee:

O/-
H V B 10 8 7 5 4
7
9 6 3
V
A 3 2
6
A H 5 4 2 V B 10 8 6 3
7 8 5 2
10 9 6 4 B 8 2
9
9
A H V B 10 4
A H 7 5 3
 

Ik open het bal met 2, Multi. Zuid past (!) en Geon biedt 4. Het bod vraagt me mijn kleur te noemen, maar noord gooit roet in het eten met 4♠. Mijn pas belooft harten en zuid aan mijn kant van het scherm gaat denken. Ik verwacht een controlebod voor schoppen, maar hij verrast me met 6.

De tray gaat naar de andere kant en na een tijdje komt hij terug met twee passen. Ik pas ook, zodat west uit moet. Dat duurt even. Steenbakkers concludeert dat iemand die eerst pas en dan 6 biedt ongetwijfeld geen harten heeft. De hartenstart is dus fout. De leider troeft, haalt de troeven en speelt de schoppen vrij. Gelukkig stopt ♠A de kleur. Geon vermoedt dat de dummy een goede kaart heeft en dat ♣A wel in noord zal verschijnen. Als oost dan ♣H heeft is de klaverenstart essentieel. Je speelt een entree weg voor de leider lange schoppenkleur kan benutten.

Een prachtige analyse, hoewel je er vraagtekens bij kan zetten. Met een renonce in harten en een slootje ruiten zal geen zinnig mens passen na 2, maar “gewoon” 3 volgen. Zuid heeft dus iets anders, hoewel je geen idee hebt wat dan wel. Maar welke hand past bij eerst passen en dan 6 bieden? We hebben na afloop niet gevraagd wat de reden van zuids bieden was. Na klaveren uit is het spel zo over. Zuid neemt in dummy, steekt over naar zijn hand met troef en dumpt een harten op een hoge klaveren.

Als west later ook nog ♠A duikt, scoort zuid een upje. Waar de meeste leiders eentje down gingen in 6 na de prozaïsche hartenstart kun je je voorstellen dat de rest van de spelers zich achter de oren krabde over hoe dat nou weer was gegaan en ik de wedstrijdleider kon vertellen dat het toch heel normaal was…

We eindigen na de ochtendsessie in de min, maar ’s middags komt het gevoel weer een beetje terug. Butler is wat dat betreft niet eerlijk. Je bent afhankelijk van de plaats aan tafel. Als de spellen in jouw richting liggen, kun je nauwelijks min halen. Gepier op de vierkante centimeter zoals in paren is er niet. Het gaat om grote getallen:

N/NZ
A 10 9
9 8 5
A V 4
B 7 5 4
H 6 5 4 3 2
B 8 7
B 7 6 2
9 6 3 H 10 8 7 5 2
10 6 9 3
V
A H V 10 4 3
B
A H V 8 2
 

In 1983 maakten de Nieuw-Zeelanders furore bij de WK in Stockholm. In hun ontmoeting met het grote Italië van Garozzo en Belladonna sprongen de Kiwi’s na de sterke 1♣ opening op van alles en nog wat, zodat de leden van het Blue Team het spoor bijster raakten. Preëmpts op een dubbelton en blijven zitten als je gedoubleerd wordt, is niet ieders smaak. Maar scoorde wel.

Dit spel is een goed voorbeeld dat er een zwakke variant in de 2♣ opening moet zitten. Zo’n zwak spel zorgt er voor dat de buren niet storen met wilde jumps, want ze moeten hun eigen manche nog wel kunnen bieden als de openaar de zwakke variant heeft.

Steenbakkers opent 2♣ en ik antwoord 2. Hij biedt 2 en belooft daarmee harten of een 24-25 SA. West komt er nu in met 2♠, maar is te laat. Ik pas en vraag daarmee welke variant hij heeft. Met 4♣ wordt een extreem tweekleurenspel getoond en na 4, controlebod vraagt zuid de azen. Met 5 vertel ik de twee azen en Steenbakkers vraagt met 6♠ welke kleur we zullen spelen. Ik kies voor 7♣ en na ruitenstart en een rondje troeft gaan de kaarten open. +2140 wint maar liefst 6 imps.
Een groot deel van het veld wordt getrakteerd op meer oppositie en komt niet hoger dan klein slem.

Het uitbieden van een grootslem is nog altijd leuk, maar kan niet verbloemen dat de eerste ronde in de min wordt afgesloten en dat stemt treurig.