Bridgerubriek 20 juli

Van 4 tot en met 11 juli is in Noorwegen het Europees kampioenschap voor de jeugd gespeeld. Tegenwoordig zijn er vier categorieën. De junioren, de aspiranten, de meisjes en de pupillen. In alle groepen speelt Nederland mee en doet ook mee om de medailles. Uiteindelijk winnen de aspiranten goud en eindigen de junioren op plaats twee in hun groep.

Bij de junioren is Nederland als een raket uit de startblokken gekomen en neemt een straatje voorsprong op de concurrenten, Het toernooi duurt echter 23 ronden en aan het begin van de tweede week komt er zand in de motor en passeert Zweden onze landgenoten. In de voorlaatste ronde de onderlinge ontmoeting en om nog kans te hebben is een dikke overwinning nodig.

In het begin lijkt het er niet op. De spellen zijn vlak en er gaat weinig om. Met nog zes spellen voor de boeg is het 4-2 voor Nederland, maar dan gaat het plots hard. Op de volgende vijf spellen winnen we 39 imps. De laatste 7 imps komen van de hand van Ricardo Westerbeek:

W/-
8 5 4 2
H 7 6 2
6
A 10 7 2
V 10 6
H B 9 3
5 3 V B 4
H 8 3 V 10 7 5
H 8 6 5 3 V 4
A 7
A 10 9 8
A B 9 4 2
B 9
 

Na twee passen opent oost met 1 en volgt Westerbeek 1 met de zuidhand. De aanname dat je met veel kaarten in de geopende kleur vaker een fit treft, gaat op dit spel op. Noord heeft er vier mee en biedt na een doublet van west 3. Een mixed-raise belooft vier troeven en een inviterende hand. Zuid kopt de bal in (4) en mag aan de slag met ruiten uit.

De leider neemt V en laat ♣B rennen. Oost wint met de vrouw en speelt schoppen na. Westerbeek duikt, maar na neemt het schoppenvervolg in de hand. De leider troeft een ruiten en incasseert ♣A.

Zuid gaat verder met een afgetroefde schoppen en troeft een tweede ruiten in de dummy. Het doublet van west ontkent vier schoppens, zodat zuid weet dat oost de vierkaart heeft. Hij troeft daarom een klaveren in de hand. oost kan voortroeven, maar dat baat niet. Oost gooit daarom zijn laatste ruiten.

De leider speelt toch ruiten en troeft de slag in de dummy met H. Vanuit noord volgt dan weer klaveren die oost wel moet voortroeven (B) omdat zuid anders met 10 zijn tiende slag heeft. Westerbeek troeft over met A en troeft zijn laatste ruiten met 7 in de dummy. Oost kan overtroeven met V, maar door de goede tussenkaarten in troef is 10 toch de tiende slag geworden.

Nederland scoort 420 punten. Aan de andere tafel stoppen de Zweden in 3 (140) en daardoor scoren we 7 imps. Doordat er op het laatste spel 10 imps verloren gaan, valt de schade mee voor de Zweden,

Het verschil met nog een wedstrijd te gaan is 12 VP’s en de kans op goud gering. De Zweden mogen ten hoogste acht punten scoren en wij moeten het maximum halen tegen Engeland. De Zweden helpen want ze scoren net geen 8Vp’s de laatste wedstrijd en Nederland is goed op weg flink te winnen van de Engelsen. Het volgende spel gooit roet in het eten:

Z/-
B 5 3
V 8
A H 6 5
A 10 8 7
2
V 10 4
A H 10 6 5 4 2 B 7 3
V 8 3 10 9 4
5 2 V B 6 4
A H 9 8 7 6
9
B 7 2
H 9 3
 

Aan beide tafels is het eindcontract 4♠. Zuid heeft 1♠ geopend en noord heeft na 4 van west de manche geboden.

De Engelse leider troeft de tweede harten en trekt twee rondjes troef. Vervolgens speelt hij ruiten naar het aas en een ruitje naar beneden. West neemt B met de vrouw, maar door het 3-3 zitsel in ruiten is zuid binnen. Op de vrije ruiten kan de klaverenverliezer weg en maakt de verdediging alleen nog ♠V.

Zuid maakt zijn contract via die speelwijze als oost V heeft, of de ruitenkleur rond zit. Tevens zijn er dwangkansen als oost een vierkaart ruiten heeft met de klaverendekking.

Thibo Sprinkhuizen troeft ook de tweede harten en gaat door met twee keer troef. Als ♠V blijft hangen speelt hij een derde rondje troef voor oost die de leider met een volgende harten forceert te troeven. De leider gaat verder met klaveren naar de zeven in de dummy voor de vrouw van oost.

Met V in oost is het contract gemaakt, want oost is ingegooid, maar nu west V heeft en er geen dwang is, rest de klaverensnit. Zuid speelt echter klaveren naar de heer en de laatste troef. Hij verliest nu nog een klaverenslag.

Waar de Engelse leider louter op een kleur speelde, neemt Sprinkhuizen de kans mee dat de klaveren rond zitten en er een eindspel is in ruiten als oost de slag maakt. Sneu dat slechts de eerste variant werkt.

Nederland verliest een mancheswing en daarmee de kans op de overwinning. De noodzakelijke 20-0 is onmogelijk en de junioren moeten zich tevreden stellen met zilver.