Bridgerubriek 22 februari

Het verschil tussen troefcontracten en sans atout spelletjes is enorm. Waar de laatste vorm vaak slechts een rekenoefening is, zijn de mogelijkheden met troef eindeloos. Toch moet je dat rekenen niet onderschatten. Na het tellen van de vaste slagen, aftrekken van het aantal dat je moet, de regel van zeven en de veilige hand wordt het vaak nog een hele puzzel.

Op de clubavond van afgelopen week kwamen een drietal aardige 3SA’en langs. Mijn partner haalde er een waar de honden geen brood van lusten. Zo mocht hij van A-vierde tegenover een driekaart maar een slag verliezen, maar wel twee slagen maken. Dat lukt en nadat er bij het begin van het spel een verbod lag om schoppen te spelen door de tegenspelers kon Verhoeven aan het eind precies negen slagen aftikken.

De financiële bijdrage van de verdedigers maakt plaatsing van dat spel in deze rubriek onmogelijk. Niet iedereen stort geld en dan wordt je prestatie hier vermeld.

O/OW
H B 10 4 2
A B 9 7
H
10 5 3
8 7 3
V 6 5
H 10 5 4 2 V 8
8 A 9 7 6 3
V B 8 2 H 6 4
A 9
6 3
V B 10 5 4 2
A 9 7
 

Na de pas van oost open ik de zuidhand met 1. Partner antwoordt 1♠ en biedt 2 nadat ik mijn kleur herhaal. Aangezien 2 forcing is en slechts een 4-2 fit is passen niet best en bied ik 2♠. Verhoeven hengelt door met 3♣ en ik vertel met 3SA dat ik een stop heb.

West begint met ♣2, de tegenspelers hanteren 3e-5e als afspraak bij de uitkomst. Ik weet dus dat de kleur 5-2 is. Mijn plan is simpel. Ik neem de tweede klaveren en speel ruiten naar de heer. De verdediger met A moet de dubbelton klaveren hebben, anders hebben ze vier slagen in klaveren en A voor een vlotte een down.

Nadat ze A hebben gedoken ga ik verder met een schoppen naar de negen. Ik heb twee entrees nodig om de ruitenkleur vrij te spelen en te incasseren en dat betekent dat ♠V bij oost moet zitten.

De eerste verrassing is dat oost die inderdaad A heeft, de slag meteen pakt. Ha, denk ik, dat maakt mijn taak eenvoudiger. De tweede verrassing is dat hij nog een klaveren heeft. 3e-5e Geldt niet met ♣8 als derde kaart. Die is te hoog en dan pak je de vierde. West wint de derde klaveren slag en incasseert ook de dertiende klaveren. Oost gooit daarop een ruiten!

Ik neem het hartenvervolg meteen en steek over naar ♠A om de vrije ruiten uit te spelen en negen slagen te claimen. Twee hoge schoppen, twee azen en vijf (!) slagen in ruiten.

Als ik de tweede klaveren zou duiken en pas ronde drie neem, kan ik ruiten naar de heer spelen. Zou oost duiken, dan volgt schoppen naar de negen en V die oost wel neemt. Nu is er slechts een kaart die contract torpedeert en dat is 8.

Ik kan H van west niet duiken, hij casht de laatste klaveren, maar met de entree weg in de dummy kom ik niet meer bij de hoge ♠H. Speelt oost V dan duik ik de slag en neem de tweede harten. Op A komt oost dan in dwang. Hij moet de ruitendekking opgeven of een schoppen afgooien. In de laatste variant gooi ik ♠A en heb de laatste slagen met de vrije schoppens van de dummy.

Poeh, er zit meer in zo’n 3SA dan je denkt! Nog eentje:

Z/NZ
A 9 8 7 5
7
B 9 6
H B 9 6
6 3
V B 10 4
V B 10 5 2 6 4 3
H 10 7 5 4 V
A 10 7 5 3 2
H 2
A H 9 8
A 8 3 2
V 8 4
 

Na mijn 1SA opening volgt west met 2. Hij belooft harten en een minor. Matthieu Verhoeven biedt 3 en toont ten minst vijf schoppens en een inviterende hand of sterker. Zestien is altijd een maximum en zonder fit voor schoppen wordt het 3SA.

West begint met V en ik neem met de heer. Neem je met A dan is de plaats van H bekend, omdat je met slechts een dekking meestal een paar keer duikt. Met alleen H heb je die luxe niet.

Ik ben een luie speler en formuleer mijn plan vaak maar half. Op dit spel kan ik iets met de schoppen proberen en moet in elk geval de klaverenkleur vrijspelen. In slag twee volgt klaveren en west neemt meteen met ♣A. Die speelwijze maakt duidelijk dat west naast de harten ruiten heeft.

Na een geruime denkpauze speelt west schoppen in. Dat is vervelend, want met harten na kan ik meteen mijn negende slag ontwikkelen door B te nemen en met de negen verder te gaan. Er zijn twee slagen in schoppen en drie in zowel klaveren als harten en A.

Ik speel ♠7 op de zes van west en neem de tien van oost. Schoppen naar een kleintje in de dummy is voor oost die harten naspeelt. Ik leg 9 in de hoop dat west neemt en harten naspeelt.

West neemt en gaat opnieuw in de peinsstand. Ik denk met hem mee en weet dat hij een 2-5-5-1 verdeling heeft. Met harten na heb ik het makkelijk, maar als hij een kleine ruiten speelt, moet ik raden.

Er komt geen harten, maar ruiten na en ik moet beslissen. Met een vijfkaart bij west heeft oost maar een ruiten. Met 10 rechts moet ik de boer spelen en met een secce vrouw of heer speel ik klein, neem het plaatje en speel ruiten op de keper voor negen slagen.

Ik kan geen sluitende redenering bedenken. De twee argumenten die spreken voor een secce honneur in oost zijn dat west met HV van ruiten wellicht die start zou kiezen en dat de kans op een secce tien bij de drie (H, V of 10) mogelijkheden maar een derde is.

Een kleine ruiten volgt en als oost de vrouw speelt, ben ik gelukkig. Ruiten na en claimen.

Dit weekend de finale van het Topcircuit. Hopelijk zijn we vaak op BBO!