Bridgerubriek 23 januari 2016

Eens te meer blijkt dat naast tassen vol technische bagage, een goede mentaliteit essentieel is om te presteren. We beginnen op drie cilinders aan de laatste voorronde van het Topcircuit. De eerste zestien mogen naar de finale en als twaalfde hoeven we waarschijnlijk slechts plus te halen om ons te plaatsen. Met de gedachte dat zit wel snor moet je nooit beginnen.

En als dan ook nog een paar bokken langskomen staan we plots laatste. Het allergrootste beest was de volgende:

N/Allen
B 5
A B 10 8 6 4
A 6 2
10 2
H 10 9
8 7 4 3
3 H 7 5
8 5 3 H 10 7 4
A V B 9 8 6 7 5
A V 6 2
V 9 2
V B 9
H 4 3
 

Steenbakkers opent met 2♦, Multi en mijn 2SA is waarschijnlijk aan de agressieve kant. Maar kwetsbaar is de zwakke twee meestal van goede kwaliteit, een manche mis je niet graag en pas volgend jaar bied ik 2♥.

Als de opponenten beleefd hadden gezwegen, waren we in 4♥ gekomen en met drie heren fout en AV van klaveren in mijn nek, gaat dat contract twee down. Geen drama, waar gehakt wordt, vallen spaanders zullen we maar zeggen.

De tegenstanders zijn echter niet stil, want west volgt 3♣. Dat gooit roet in onze biedmachine, want die situatie is nog nooit voorgekomen en ook niet doorgenomen. Common sense dicteert dat je met een minimum past en de antwoorden van 3♥/♠ hetzelfde houdt. Zelden denken we anders over zo’n geïmproviseerde situatie, maar hier verzint noord 3♦ na het volgbod. Ik kan weinig anders bedenken dat hij de zwakke variant met schoppen wil vertellen en bied 3♠.

Na een tijdje komt de tray terug met 4♦. Ah, nu weet ik het! Hij heeft de sterke variant met ruiten. Doordat hij geen 4♣ heeft geboden ontbreekt ♣A en moet het contract in mijn hand en vol vertrouwen ga ik naar 6SA. Ik verwacht ♠H, ♥AH en zes ruitens in dummy. Als de biedbak er weer is, ligt er een rood kaartje bij oost. Ik pas gelaten en constateer, nadat west met ♣V is begonnen, dat ik er mijlen naast zat met mijn veronderstelling.

Ik neem, snij in harten en krijg de klaverenlawine over me heen. Vijf gedoubleerde downslagen blijft pijnlijk en -1400 kost 15 imps.
In de tweede zitting rechten we de rug en komen terug naar +2, maar eindigen teleurstellend op de zeventiende plaats. Een troostend mailtje van de NBB met de boodschap dat we eerste reserve zijn, doet daar weinig aan af.

Met de mentaliteit van Erik-Jan Krijgsman en Kamiel Cornelissen was het hele weekend niks mis. Ze eindigen in de laatste voorronde als zesde. Het volgende spel bieden ze fraai:

O/NZ
A H 4 3
B 5 4 2
6
B 6 4 2
B 6 2
V 10 9 7
10 9 7 -
5 4 3 B 9 8 2
H 8 7 5 A V 10 9 3
8 5
A H V 8 6 3
A H V 10 7
-
 

Erik-Jan opent de zuidhand met 2♣ en herbiedt na het 2♦ relaybod 3♥. Met de sprong vertelt hij een goede hartenkleur en meestal zal harten ook troef worden. Kamiel vervolgt met 3♠, een controle bod. Je kunt nu met 5♣ de azenvragen, daarbij telt ♣A niet mee, maar de noodzakelijke ♠H komt dan niet aan het licht

Na 3♠ biedt de openaar daarom 4♦ en noord die geen controle in klaveren heeft, zwaait af in 4♥. Krijgsman is natuurlijk nog niet uitgeboden. Hij springt naar 6♣ en dat bod moet wel een renonce beloven. Cornelissen heeft de belangrijke ♠H en ook vier troeven met een singleton ruiten en kan de bal inkoppen: 7♥.

Mooi geboden. Het spelen is minder lastig. De leider troeft twee ruiten in dummy voor hij de troeven haalt en maakt op zijn sloffen alle slagen. Meer paren bieden 7♥ uit, maar meer dan helft blijft in klein slem. De opbrengst is daarom 9 imps en een zetje in de rug voor de fraaie eindklassering.