Bridgerubriek 23 juli

Afgelopen week was Liepaja, Letland, de locatie van het Europees kampioenschap paren voor de jeugd. Heel vroeger bleef je junior tot je dertigste, maar tegenwoordig word je vanaf je 26ste voor vol aangezien. De jongelui spelen overigens niet in een groep. Er zijn vier categorieën. Naast de junioren, heb je de aspiranten ( tot 21) de meisjes ( dat spreekt voor zich) en de “kids” ( onder 16). Voor Nederland winnen de meisjes zilver en brons.

De loting zorgt er voor dat landgenoten elkaar treffen in een van de eerste ronden. De bedoeling is dat er niet kan worden gedumpt in latere rondes als duidelijk is wie er hoog staat en je tegen een vriendje mag. Er vloeit bloed in die eerste ronden:

O/-
9 7
H B
H B 8 5 3
A 9 6 3
V B 10 8 6 3
H 6 4 2
V 9 5 3 A 10 6 2
A 9 4 10 6 2
- 8 2
A
8 7 4
V 7
H V B 10 7 5 4
 

Veri Kiljan (zuid) en Luc Tijssen (noord) nemen het op tegen Yordi Schouten ( west) en clubgenoot Kevin Gotink op de ooststoel. Zuid begint in de tweede hand met 1♣. West springt onjeugdig – je verwacht een hoger bod – slechts naar 2♠. Noord biedt nu zijn ruitens, waar je 3♠ zou verwachten om de fit te vertellen en partner te vragen 3SA te bieden met een dekking. Kevin heeft vier troeven en dat betekent dat je er samen tien hebt, en een bod ( 4♠) op het vierniveau gerechtvaardigd is. Ik ken de afspraken van noord-zuid niet. Het 3♦ bod maakt de bieding mancheforcing en het is niet duidelijk of zuid 5♣ moeten bieden of moet wachten op een actie van noord.

De vraag is dus of een 5♣ bod na een doublet van noord sterker is dan meteen 5♣ na 4♠. In de praktijk, Veri Kiljan heeft qua honneurs een zwakke hand, maar wel een mooie verdeling en biedt meteen 5♣. Daarna is het blijkbaar te lastig voor noord te passen, want er komt nog 6♣.

Na een zwakke sprong is elk bod constructief of zelfs forcing en worden de zwakke handen geboden via 2SA ( Lebensohl). Met 3 heeft noord dus al een opening beloofd en daardoor te weinig om er nog een zesde klaveren aan te plakken, meen ik.
De verdedigers maken hun twee azen en winnen met +50 de pot.

De drang naar voren is voor junioren vanzelfsprekend. Ze moeten nog leren dat een wedstrijd gewonnen wordt door de overslag in 2♠ en niet door het scherpe slem dat de rest van het veld mist.

Op het tweede spel is het vijfniveau al te hoog:

N/All
10 6 5
7 5 3 2
H B 2
H 10 7
A 8 3
H 2
V B 9 6 4 H 10 8
10 5 4 3 V 9 8 7 6
3 6 5 2
V B 9 7 4
A
A
A V B 9 8 4
 

Zuid, Thijs Verbeek, heeft fatsoenlijk leren bieden en opent daarom met 1♣. Na 1 van west biedt Bas van Engelen 1♠ en ontkent daarmee en vierkaart schoppen. Zuid herbiedt na het 2 bijbod van oost 3♠. Dat bod toont een vijfkaart schoppen en dus een zeskaart klaveren. Noord steunt met 4♠.

Valt het zuid kwalijk te nemen dat hij op slemonderzoek gaat? Met twee zwarte plaatjes lijkt klein slem eenvoudig. Met een zwarte honneur zijn er twee verliezers en kun je afstoppen in 5♠ en bezit noord geen enkel plaatje in een van de zwarte kleuren dan ga je down.

Thijs gaat dus verder met 4SA en hoort nul keycards aan de overkant. Teleurgesteld beëindigt hij het bieden met 5♠.
Na de hartenstart voor het aas speelt Bas meteen troeft, maar west stapt op en speelt klaveren in. Oost komt met de tweede troefronde aan slag en geeft west een klaverenintroever. De vrijwel zekere elf slagen worden er tien en NZ schrijven beteuterd -100.

Deze week zijn de universitaire kampioenschappen begonnen en ook Deauville gaat van start. In een rubberen bootje dobberen op de plas heeft echter mijn voorkeur.