Bridgerubriek 23 maart

Nu Matthieu Verhoeven in zonnige oorden vertoefde, moest ik een invaller regelen voor de eerste ronde van de parencompetitie van dit seizoen. Stad en land afgebeld, maar niemand had zin, tijd of belangstelling. Uiteindelijk was het Geon Steenbakkers die zijn vrije weekend opgaf om 100 spelletjes te paren. We spelen nooit paren, dus op voorhand hielden we ons hart vast.

Het deelnemersveld in de tweede divisie is gemêleerd. Van rijp tot groen in zowel leeftijd als bridge-ervaring. Een aspect hebben ze echter allen gemeen: ze zijn niet gekomen om te passen. Met samen meer dan 20 punten wordt steevast de manche geboden.

Ik heb acht punten en zie Geon met 1SA beginnen. In viertallen zou ik een poging doen, maar in paren peins ik er niet over. Hij heeft een balle kaart en 1SA is een prima contract. Niet een spel wat ik meteen noteerde voor de krant. Geon haalt precies zeven slagen maar we scoren bijna 70%.

Het veld speelt 8 keer 4♠ gedoubleerd en eindigt met een of twee downslagen. Twee paren worden in de andere lijn in 3 gerost voor min 2 en frappant genoeg speelt ook een paar 1SA in de andere lijn voor +90. Het echte vuurwerk valt te bewonderen aan twee tafels waar 1SA geredoubleerd wordt gespeeld. Twee en drie overslagen levert genoeg op om iedereen te toppen. Genoeg vuurwerk dus op een deelscorespelletje!

Tellen is lastig. Een frivole bieder maakte het wel heel bont. Klaveren was afgesproken en de man heeft drie azen en een renonce in harten. Hij wil naar slem, dus moet hij azen vragen. Zonder azenvragen mag je geen slem bieden. Zijn maat biedt 5 en belooft nul azen. Dat is niet ongunstig voor de hartenkleur, maar troefheer is wel weg. Geen nood. Hij biedt 7♣. Gelukkig heeft zijn partner vijf troeven en zit troefheer in de knip. In die drie milliseconde voor hij 7♣ bood moet de euforie alle verstand hebben weggevaagd.

Een laatste aspect wat me opviel was dat er niet op de kwetsbaarheid wordt gelet. Bridgen is al moeilijk genoeg als je daar ook al op moet letten. Het leidt tot hoge scores.

O/NZ
2
B 7 3
A 7 4 3
H V 10 7 5
A 9 6 5 3
V B
A 10 6 2 V 9 4
10 V B 9 8 5
B 8 6 A 3 2
H 10 8 7 4
H 8 5
H 6 2
9 4
 

Even flirt ik, west, met het 1♠ kaartje, maar trek wijselijk de paskaart uit de bak. Geon opent 1 in de derde hand en mijn rechterbuurman trekt de rode stop uit de bidding-box en ook het 2♠ kaartje. Ik pas uiteraard en hoop op een heropeningsdoublet van Geon.

IJdele hoop, want schouderophalend past hij ook.

Ik begin met ruiten en de leider neemt in de hand met H en speelt klaveren naar de heer in de dummy. Oost duikt. De leider speelt harten naar de acht in de hand in slag drie en ik win met de tien. Ik vermoed dat zuid met H wel een harten naar de heer had geprobeerd, zodat ik doorga met A en harten. Tot mijn afgrijzen maakt zuid de slag met H en speelt een tweede klaveren.

Hij legt de tien in noord en oost pakt de slag met ♣A. Hij geeft mij een ruitenruff en ik speel de dertiende harten die Geon voortroeft met de boer. Zuid troeft over met ♠H en speelt een kleine schoppen.

Ik duik en zie mijn partner de slag winnen met ♠V. Ik troef nog een ruiten en ga er met ♣B uit. Met nog twee troefslagen aan het eind is zuid drie down, hij heeft vijf troefslagen verloren. Wat hem bezielde om met een gepaste partner, kwets tegen niet op een vijfkaart te springen is mij een raadsel. Ook zonder doublet bleek 2♠ min drie al een top.

Het zou een vergissing kunnen zijn, je pakt weleens het verkeerde kaartje uit de bak, maar twee keer?

O/NZ
7 4
9 6 4 3
10 9 8 7
V 4 2
A H B 5 2
9
V 10 8 7 A B 2
H 4 A V B 6 5 2
10 7 A 5 3
V 10 8 6 3
H 5
3
H B 9 8 6
 

Ik open de oosthand met 1 en zuid volgt met 2♠. Niet dezelfde speler als net, maar ze kennen elkaar ongetwijfeld. Kwets met een waterige vijfkaart jumpen is lef hebben, hoewel je het ook anders kunt formuleren.
Steenbakkers past zonder een spier te vertrekken en past opnieuw als ik een doublet uit de bak vis.

Met 4 voor oost en schoppen na kunnen we de leider op twee slagen houden. West incasseert twee schoppen slagen en speelt H. Zuid troeft en speelt ♣H voor het aas van oost. Op B kan west zijn tweede klavertje dumpen en nadat zuid troeft het klaverenvervolg aftroeven. De laatste troef van zuid wordt gehaald en met harten naar de overkant om op de vrije ruiten de laatste drie harten te dumpen. Dat zou 1700 opleveren.

Met H uit gaat het ongeveer hetzelfde. Zuid maakt dan drie slagen en dat is maar 1400.

Hoewel we de 1 opening als goede kleur spelen verzint west de hartenuitkomst. Ik vermoed daarom dat west geen ruiten heeft. Ik speel harten na in slag twee voor de heer van zuid. ♣H wordt gedoken en ook ♣B laat ik gaan. De derde klaveren troeft west en mijn aas tuimelt mee. Ik had nagedacht bij de tweede klaveren en om die reden wist Steenbakkers dat ik het aas had en wilde van die informatie geen gebruik maken. Maar zou de leider AHB van klaveren, H en ♠V hebben voor zijn zwakke jump.
Met andere woorden moet oost niet ♣A hebben?

We laten de leider nog twee troeven maken en noteren nu slechts 800. Allebei nijdig, maar gelukkig nog een losse top, omdat niemand 6 biedt.

2♠? Ach, het is paren zullen we maar zeggen.

Drie weken vrij en dan met Verhoeven de laatste twee ronden. Nu we weten hoe vrijgevig de tegenstanders zijn, moet het lukken!