Bridgerubriek 26 oktober

Door al dat gereis naar China had ik al bijna een maand niet meer zelf gespeeld. De eerste kennismaking afgelopen week was de clubavond op vrijdag en was nog buffelen. Na half tien vielen regelmatig mijn ogen dicht. Zaterdag, het kampioenschap van Hengelo, de hele dag ging weer vanzelf. Het resultaat was op vrijdag echter beter dan op zaterdag.

In een parenwedstrijd telt elk spel even zwaar, maar met regelmatig een hand met minder dan vier punten is het ijzer met handen breken. De winnaars waren Peter Ran en Tjeerd Kootstra en zij hadden daar weinig last van. Het duo voerde het veld vanaf het begin soeverein aan.

Wij begonnen met een 7SA tegen en dat tekent vaak de rest van de dag. Met zeventien slagen van top leverde -2220 echter maar 5% op. Blijkbaar is de schroom om voor alle slagen te contracteren te groot.

We kregen zelf twee slemhanden. Nou ja, zo mag je het met enig fatsoen noemen. De eerste zag er zo uit:

Z/OW
A H 9 4
H 9 4 2
V B 10 6 3
B 5 3 2
V 10 8
V 5 A 10 8 7 6
8 7 -
V 10 6 5 4 H B 9 7 3
7 6
B 3
A H 9 5 4 2
A 8 2
 

Matthieu Verhoeven opent de zuidhand met 1 en herbiedt de kleur na mijn 1 antwoord. Ik kan nu op diverse manieren proberen meer informatie te vergaren. We gebruiken 2SA als forcing bod. De openaar kan dan vertellen of hij minimaal of maximaal is. Tevens hoor ik of hij een korte kleur heeft, of een evenwichtige hand. Ook 2♠ is een optie. Allemaal zeer nuttig, maar ik kies voor een andere route,

Met 5♣ vraag ik meteen de azen en partner dient een eventuele ♣A niet mee te tellen. Met 5♠ maakt Verhoeven duidelijk dat hij twee sleutelkaarten ( A-H) heeft en ik bied klein slem, omdat er een aas ontbreekt.

De tegenstanders hebben steeds beleefd gepast en vragen ook niet naar de bieding, hoewel ze raar opkeken na 5♣. West komt met een kleine klaveren en het gezicht van mijn partner staat zorgelijk.

Hij troeft de klaveren in de dummy en trekt de troeven in twee rondjes eindigend in de hand. De leider heeft de piepkleine aarzeling van oost gemist na het 1 bijbod, want in slag vier volgt harten naar de heer. Oost pakt de slag en speelt harten terug voor de vrouw van zijn maar en we schrijven -50.

6 Is niet te maken, maar je kunt wel een poging doen. Door ook de andere klaveren te troeven en vijf rondjes troef moeten de tegenstanders goed vasthouden. Zet west bijvoorbeeld V sec, dan ben je er al. Maar ook het afgooien van een paar schoppens leidt tot succes.

Het veld maakt regelmatig twaalf slagen. Zes keer in de manche, maar ook twee keer in slem en een keer in de deelscore! Met de negatieve score doen we niet mee.

Een tweede slem pakt beter uit:

N/-
V 7 6 5
A H 10 8 5 4
H 9 2
-
10 8 2
B 4
B 9 3 2
A V 4 10 8 7 5 3
B 9 8 7 5 A 10 4 3
A H 9 3
V 7 6
B 6
H V 6 2
 

Na mijn 1 opening biedt zuid 1♠. Hij is niet au courant met de laatste ontwikkeling dat je met de zuidhand 2♣ biedt. Je hebt ten slotte al een hartenfit. Op dit spel werkt gelukkig alles en kan ik na 1♠ naar 3♠ jumpen. Het bod belooft geen loeisterke hand, maar wel een speelslagen rijke hand met ergens een korte kleur.

Verhoeven is evenmin op de hoogte van het 3SA bod na 3♠ om te informeren waar de korte kleur zit, want hij gaat linea recta naar 4SA. Maar goed ook, want als hij te weten was gekomen dat ik korte klavers heb, zou hij zijn hand zeker hebben afgewaardeerd.

Na 4SA bied ik 6♣. Het bod toont een oneven aantal azen en een renonce in klaveren. Weer een aas buiten, dus hoger dan 6♠ kunnen we niet.

Net als de westspeler op het vorige spel wordt niet geïnformeerd wat 6♣ betekent, want hij komt dood gemoederd met klaveren uit.
Alle zorgen zijn uit het gezicht van mijn partner verdwenen. Hij troeft in de dummy en speelt een harten naar zijn vrouw om nog een tweede klaveren te troeven in noord.

Hierna worden pas de troeven gehaald die uiteraard 3-2 zitten en de harten afgespeeld. Zes slagen in harten en zes in troef is twaalf en het slem is gemaakt.

Het veld is van snelle stappen en vlot thuis, want het gros speelt 4 en maakt met A goed ook twaalf slagen. Nu doen we wel mee met het slem, maar het is te laat, want Kootstra-Ran zijn al aan de horizon vertrokken.

Het was de vierde editie van het kampioenschap en na wat startproblemen lijkt het toernooi met 42 paren vaste voet aan de grond gekregen te hebben. De formule is dat ook zeer aantrekkelijk. Je speelt elke ronde tegen een paar dat bij je in de buurt staat op de ranglijst. Op die manier blijft het aan de kop spannend tot de laatste ronde.