Bridgerubriek 6 april

De hoofdmoot van de Spring National in Memphis vormt de strijd om de Vanderbilt cup. Dat is een viertallentoernooi op knock-out basis met spelers uit de hele wereld. Ook veel Nederlandse toppers zijn in allerlei gesponsorde teams present. De meeste teams met landgenoten stranden in de ronde van de laatste zestien. Slechts Brink-Drijver overleven die ronde, tegen Van Prooijen-Verhees, maar verliezen in de kwartfinale van de latere winnaars.

De winnaars zijn relatief onbekend. Team Wolfson bestaat uit zes heren op leeftijd en zij blijven in de finale Nickell met onder andere Meckstroth en Rodwell eenvoudig voor. Wolfson houdt de hele wedstijd, vier setjes van vijftien spellen de favorieten achter zich. Met de wind in de rug en onbevangen kun je elk team aan.
Twee voorbeelden:

Z/NZ
A 9 7 6
A V B 10 5
3
H 8 7
H V 8
2
H 3 8 6
A V B 6 5 H 8 7 4
B 10 4 A V 9 6 5 2
B 10 5 4 3
9 7 4 2
10 9 2
3
 

In de ene kamer opent west zijn hand met 1SA en volgt noord met 2♣ voor de hoge kleuren. Oost biedt 2. Dat bod toont een inviterende hand met klaveren. Zuid springt naar 3♠, volgens het principe meer troeven dan punten en 3SA van west besluit de bieding.

Noord zal hebben gedacht dat hij goede kansen heeft om 3SA down te spelen. Je hebt een goede uitkomst, A en V na en met ♠A als zekere aankomer zijn er vijf defensieve slagen. Die redenering klopt als een bus. Het is alleen zo dat de leider voor de verdediging weer aan de bak komt, al negen slagen heeft.

West wint V met de heer in slag twee en casht vijf rondjes ruiten. In de achtste slag volgt ♣B. Na een kleintje bij noord doet de leider de ogen dicht en snijdt. Als hij de weer kijkt, heeft zuid bekend met de drie en dat betekent dat de leider door nog eens te snijden twaalf slagen heeft.

Aan de andere kant hetzelfde begin. Rodwell biedt na 2♣ voor de hoge kleuren van noord 3 en toont daarmee korte schoppen. Zuid stort zich in de bieding met 3♠ en na 3SA van west biedt Crouch als noord nog 4♠. Twee passen later doubleert Meckstroth.

West begint met ♣B en de leider troeft de tweede klaveren en speelt een troefje naar de negen in noord. Inleggen zou niet helpen. De leider neemt in dat geval met het aas en troeft een klaveren in de hand en kan dan met 9 de kleur oprollen of zelfs nog een keer troef spelen.

Nadat ♠9 de slag maakt, speelt de leider ook troefaas, maar laat de laatste hoge troef zitten. Hij gaat verder met een klaverenaftroever en 9 rolt die kleur op. Zuid verliest een troef, een ruiten en een klaverenslag. De wind blies fors in de rug, want doorgaans zijn vijftien punten niet genoeg om 4♠ te maken. De 490 wordt vermeerderd met 790 en levert de winnaars 15 impen op.

Het tweede spel pakt de leider voor Wolfson zeer pragmatisch aan:

Z/Allen
5
7 5 4 2
A H 10 9 8 3
V 8
V B 4 3
H 9 7
V 8 A 6 3
7 4 B 6 5 2
A 10 9 7 6 5 3 2
A 10 8 6 2
H B 10 9
V
H B 4
 

Aan beide tafels is het eindcontract 4 en de twee westspelers beginnen met ruiten. Levin voor Nickell wint in de hand en zet zijn geld op troefvrouw in de knip. Hij speelt klaveren voor west die schoppen inspeelt voor het aas van de leider. Klaveren naar de vrouw en harten gesneden voor west. Klaveren is weer voor zuid die met B verder gaat.

Oost neemt en speelt een derde troef. Omdat de ruitenkleur niet loopt, komt de leider entrees tekort om de kleur te benutten. Zuid haalt zo maar negen slagen.

Aan de andere tafel neemt de leider de ruitenuitkomst en speelt H uit de hand. Niemand wil die slag en een tweede harten is voor de vrouw van west. Omdat de verdedigers geen derde ronde harten kunnen spelen, komt zuid vaak genoeg aan de overkant om de ruitenkleur op te zetten en uit te spelen.

H uit de hand is een vondst, maar je mag twee troeven en ♣A missen. Door de snit op te geven en fortuinlijk V in de dubbelton te vinden houd je controle over het spel.

Maar zo gaat het vaak. Als het lekker gaat werken de kaarten mee. En als je tegen de wind op bokst, zit het altijd slecht.