Bridgerubriek 10 juli 2021

Na bijna anderhalf jaar in de wachtstand werden afgelopen week bij ’t Onstein de teams voor het volgende seizoen bepaald. Geon en ik gaan spelen in de Meesterklasse voor Onstein 4 samen met Ralf en Jacco en Erik-Jan en Kamiel. Het doel is natuurlijk om voor de derde keer de finale te halen, maar meer realistisch is blij zijn met handhaving in de hoogste klasse. Geon en ik hebben het afgelopen seizoen regelmatig op Step geoefend, maar het fanatieke trainen zal deze zomer moeten gebeuren.

De Stepavond is wel leuk, maar zonder echte druk en met veel afleiding niet geschikt om serieus te trainen. Afgelopen vrijdag spelen we weer eens en ik keuvel met mijn eega, terwijl Geon via de chatbalk de strafschoppen serie bij Zwitserland-Spanje doorgeeft en later ook de doelpunten bij Italië-België.

We dobberen rond in de middenmoot en pas op het eind wordt tafel 1 bereikt. We krijgen meteen een interessante potje waarbij we mistasten:

N/-
H 10 6 2
9
B 8 5
A V 8 3 2
9 8 7 5 4
V B 3
H V 6 10 7 4 3
7 2 10 6 3
10 9 7 H B 4
A
A B 8 5 2
A H V 9 4
6 5
 

De noordhand ziet eruit als een opening en ik begin dan ook met 1♣. Geon biedt 1 en ik vertel met 1♠ dat ik de zwarte kleuren heb. Met een evenwichtige hand moet ik 1SA herbieden en komt de schoppenkleur niet of pas later aan het licht.

Na 1♠ gaat zuid door met 2, de vierde kleur. Een sprong naar 3 spelen we als inviterend met een 5-5 verdeling. Nu klopt de verdeling wel, maar zuid is veel te sterk. Na 2 bied ik 2♠ en toon een 5-4 verdeling zonder driekaart in harten.

Geon herhaalt de ruiten en informeert verder naar mijn hand. Hoewel het bod niet echt is, heeft hij wel wat in ruiten, anders zou hij met een ander bod de reden van zijn vierde kleur vraag duidelijk kunnen maken.

Na 3 heb ik maar een keus en die is 3SA. Een mooi contract met negen slagen van boven, maar zuid is nog niet klaar en vist met 4SA naar enige overwaarde om naar slem te gaan. Mijn pas ligt er bij wijze van spreken eerder dan de pas van west, zodat 4SA het eindcontract wordt.

Oost valt aan met ruiten en ik win in de dummy om klaveren naar de vrouw te spelen. Dat mislukt, maar nadat ik met ♠A aan slag kom, speel ik ♣A en klaveren. Nu die kleur rondzit, kan ik er elf claimen. Oost kan in plaats van schoppen wel naar harten switchen als hij met klaveren aan de beurt komt, maar 9 in noord is sterk en geeft noord het tempo om de klaveren alsnog vrij te krijgen.

Na afloop meldt zuid dat hij in plaats van 4SA ook 4 had kunnen bieden. Dat moet wel een 5-5 zijn en als ik steun met 5 heeft hij een makkelijke verhoging naar slem.

Zelfs met ruiten uit is het slem eenvoudig. De leider neemt in de hand en speelt A en troeft een harten in de dummy. Terug naar de hand met ♠A om nog een harten te troeven. De harten zijn vrij en met een afgetroefde schoppen komt zuid weer in zuid hand. Troeven trekken, harten uitspelen en dan met klaveren naar het aas om op de hoge ♠H een klaveren af te gooien. Je maakt zo alle slagen, dus als de harten niet vriendelijk zitten, geef je er een af en maakt alsnog je slem.

Niemand biedt slem, een gemiste kans dus. Die kans wordt (ahum) aan de laatste tafel met beide handen gegrepen:

W/Allen
A H 6 2
8 5
H B 9 7 3
A B
5 3
10 8 4
A H V B 4 10 2
A V 2 10 8 6
H 10 6 V 9 5 4 2
V B 9 7
9 7 6 3
5 4
8 7 3
 

Na de 1 opening van west heb ik een probleem. De kaart is niet mooi om als informatiedoublet te verkopen en een 2 volgbod is evenmin moeders mooiste. Wat ik wel kan doen is 1SA volgen. We spelen dat als een vierkaart ♠ en een vijfkaart in een lage kleur. Meestal defensief van karakter en daarom speel ik met de gedachte toch maar te doubleren.

Na even peinzen verwerp ik dat idee. Ik kan na 1SA en wat lawaai links en rechts met een doublet nog wel verder. Na 1SA biedt Geon 2♠ en het info doublet spookt nog door mijn hoofd. Ik realiseer me niet dat hij met 2♠ geen kracht toont, maar slechts voorkeur geeft.

In mijn hoofd zit echter 8-10 punten, gezien zijn sprong naar 2♠. Dat is een eenvoudige verhoging naar de manche en ik bied na het doublet van west op 2♠ meteen 4♠.

West begint met A en ik bekijk met verwondering de kaart van de leider. Hoe kan hij springen met maar 3 punten? Enfin, na A volgt ook H en V. Die laatste kaart is zeer aantrekkelijk. West weet dat zijn partner maar een dubbelton heeft. Gelukkig weet de leider dat ook, want hij troeft met ♠A.

In slag vier volgt een troefje naar de hand en ruiten op. West pakt meteen en zuid is met het gunstige zitsel thuis. Na het troeftrekken volgt een ruiten naar de boer en als die kleur zich gedraagt, heeft de leider er tien.

Je had net genoeg probeer ik sarcastisch te zeggen. Geon antwoordt dat ik veel te weinig had. Ik heb nog steeds niks in de gaten en pas als we er na afloop over hebben, begrijp ik zijn opmerking. Glück muss man haben!

West moet na twee hoge harten klaveren naspelen, er wordt dan een klaverenslag ontwikkeld voor A eruit is en zuid gaat down. Ook het duiken van A maakt het de leider lastiger. B maakt de slag en zuid moet met schoppen naar de 9 naar de hand om een tweede ruiten te spelen. Speelt hij in plaats van de 9 de boer dan kan west in de volgende slag A pakken en harten spelen. ♠10 Van oost wordt dan een slag.

Ongetwijfeld had Geon die speelwijze gevonden. Met mijn bieden leer je wel een potje spelen!