Bridgerubriek 12 november 2022

Zo’n paar maanden per jaar is het bridge wat de klok slaat. Vier weekenden viertallencompetitie, een paar keer een voorronde van het Topcircuit en het senioren viertallenkampioenschap van Nederland laten weinig ruimte voor een bezoekje aan de familie. Je wordt geleefd en pas in januari treedt de rust weer in.

Tussen al het geweld in Utrecht voelt de clubavond als een moment van rust. Gemoedelijkheid met weinig stress, vriendelijke tegenstanders en bijna altijd leuke spellen.

We spelen Butler op de club en dan is het prettig als je de dikke spellen in eigen hand houdt. Een scherp slem levert altijd punten als je het maar zelf biedt. Deze avond boden ze ze allemaal tegen ons en dan begin je met een achterstand.

Dat betekent niet dat er geen kansen zijn. Het volgende spel verprutste ik:

N/Allen
A 6 4
7 5 4 3
A H 10 9 8
5
H V 7 2
9
A 10 9 8 H B 6 2
3 2 B 7 5
B 9 6 V 8 7 3 2
B 10 8 5 3
V
V 6 4
A H 10 4
 

Aas-Heer-Aas is een opening. Zeker met zo’n goede kleur en onevenwichtige hand. En na die 1 opening vinden we vlot onze fit. Ik bied 1♠ en mijn partner steunt. Zonder dralen bied ik de manche en west begint met A.

Het lijkt op een hartenverliezer en een paar troeven. Als de troeven rondzitten kan ik er twee afgeven en stil leven van de ruitenkleur.

Na A speelt west harten na en ik troef de heer van oost en ga door met ♠B. West dekt en ik neem met het aas en zie rechts de 9 vallen.

Nu had ik even de tijd moeten nemen, maar in hetzelfde tempo ging ik verder met een kleine schoppen. Zitten de troeven 3-2 dan ben ik vlot klaar als ook de ruiten niet te beroerd zitten.

♠9 Is echter een waarschuwing. Van een dubbelton met de 9 gooi je nooit de hoogste. Slaafs je distributie gooien doen we hier niet. Ook de start van west had een alarmbelletje moeten laten afgaan. Zomaar met een aas beginnen hebben we afgeleerd op de club.

Alle seinen staan dus op de troeven 4-1 en dan is het vervolg te voorspellen. Als ik nog een rondje troef speel, neemt west en gaat rustig verder met harten. Ik kan troeven, maar west heeft een troef meer dan ik.

Het enige zitsel waar ik dan nog tien slagen maak is een 4-3-3-3 bij west. Ik troef de derde harten en speel drie keer klaveren. De derde slag troef ik in noord. Drie keer ruiten loopt goed af en ♠8 is de tiende slag.

De kans op dat specifiek zitsel is niet zo groot. Oost had met een vijfkaart harten en een schoppen zeker 1 gevolgd na de 1 opening.

Na een rondje troef en een overpeinzing moet ik drie keer klaveren (er verdwijnt een harten in noord) spelen, de laatste getroefd in de dummy en een hoge ruiten cashen. Dan oversteken naar V en de vierde klaveren spelen.

Doet west nog mee dan troef ik en heb tien slagen, maar ook als west voortroeft met ♠7 red ik het. Ik gooi de laatste harten van noord en west is kansloos. Speelt hij ♠H en harten dan troef ik in de hand, haal zijn laatste troef op en kan claimen.

Speelt hij meteen harten dan troef ik in de dummy en gooi zelf een ruiten en kan weer claimen.

Eigenlijk doodsimpel, maar je moet wel even de tijd nemen.

Een aspect van het spel waar veel spelers beter in zijn geworden is het uitkomen.
Waar we vroeger zonder denken de vierde van boven van de beste kleur uit het pakje trokken, gaat het tegenwoordig met wat meer beleid:

Z/NZ
H 6 5 3
A H 10 9 2
A 4
V 8
7 2
A B 10 8
V 6 4 8 7 5
H B 10 8 9 6 2
H 9 6 5 B 10 2
V 9 4
B 3
V 7 5 3
A 7 4 3
 

Na de 1 opening biedt zuid 1SA en perst noord er nog een tweede uit. Zuid heeft het theater wel gezien, maar kan met 9 punten niet veel anders dan 3SA bieden.

Zouden we vroeger met B beginnen, tegenwoordig vindt slechts een westspeler van de 9 B als start. Er zijn er een paar die kiezen voor een kleine klaveren, maar de meesten pakken een schoppen.

Ik durf te zeggen dat het een revolutionaire ontwikkeling is om af te zien van een aanvallende start. Zou je dat in de vorige eeuw hebben gedaan, ze hadden je ongetwijfeld gevraagd of je dacht een troefcontract tegen te moeten spelen.

Het motto tegenwoordig is veel meer dat je niks cadeau moet doen bij de start en het gedurende het spel moet uitvechten. Toch kun je wel een vraagteken zetten bij het passieve begin. Met drie keer de vrouw in harten en een vijfkaart achter je verwacht je dat de leider snel vijf slagen heeft in die kleur en jij vlot een andere kleur moet zoeken.

Maar goed, schoppen is via de tien van oost voor de vrouw van de leider die inderdaad met B en harten naar de tien vijf slagen casht in die kleur. De verdedigers gooien beiden een ruiten en een klaveren en de leider gooit twee klaveren en een ruiten.

De route naar succes is een kleine schoppen uit de dummy. Oost mag nemen, maar de leider kan op het naspel van klaveren het aas spelen en er met klaveren uit gaan. Zo komt een tweede ruitenslag binnen en dat is nummer 9.

We spelen 2e-4e bij de start en west is met ♠2 begonnen. Hoewel de leider dat wist, is de plaats van ♠A door de uitkomst in het geheugen bij west geplaatst en daar niet meer verdwenen. Zuid speelt dan ook klaveren naar de hand en schoppen op.

Dat is niet de goede weg. Oost wint er twee en speelt dan ruiten door de vrouw, waardoor west nog twee slagen maakt.

Een passieve uitkomst is soms goed. Je moet dan wel even wachten op succes en hopen dat de leider niet aan de haal gaat met negen snelle slagen.