Bridgerubriek 18 december 2021

De laatste lockdown maatregel had ook gevolgen voor de viertallencompetitie. We spelen tot na vijf uur en om nou halverwege een spel op te moeten houden is ook al zo wat. Het derde centrale weekend werd daarom verplaatst naar januari, als we dan tenminste mogen. “Elk nadeel heb zijn voordeel” en het vrije weekend maakte ruimte voor een trainingsdagje met de vrouwen.

Waar we voor de corona tijd elke maand een dag samen kwamen en ook regelmatig op pad gingen om een interland te spelen, is het vanaf midden vorig jaar voornamelijk online spelen wat de klok slaat.

Je scherm delen en via teams babbelen wordt al gewoon. Spelen gaat via een instructietafel op BBO, waar je alle handen kunt invoeren en misschien nog wel makkelijker uit de voeten kunt dan in een live-setting.

Afgelopen zondag een sessie met lastige spellen. De vrouwen moeten uitkomen, tegenspelen en tot slot nog een aantal spellen afspelen. Twee uur geconcentreerd bezig zijn is een goede training.

De spellen bij het tegenspelen zijn lastig. Je bent gewend een deel van de spellen op de automatische piloot te spelen en moet nu herkennen wanneer je alle hersencellen moet gebruiken.

O/NZ
V B 10 7 5
7 4
7 2
V 7 6 3
H 2
A
V B 10 8 6 3 9 2
A 5 4 V 10 8 6 3
8 4 A H B 10 5
9 8 6 4 3
A H 5
H B 9
9 2
 

Je zit zuid en oost begint met 1. West antwoordt 1 en na de 2♣ herbieding van oost, springt west naar 3. Het bod is inviterend met een zeskaart en na 4 van oost gaan we tegenspelen.

Noord begint met ♠V en de leider wint de slag met het aas in de dummy. In slag twee volgt troef en je hebt als zuid een eerste beslissing. Je kunt de slag duiken in de hoop dat partnerB heeft en zo drie slagen in troef en een in ruiten maken, maar dat west op V10 in zessen naar 3 springt, is niet zo waarschijnlijk.

Je neemt daarom voor met H en moet beslissen wat je na speelt. Het feit dat de leider troeft speelt, duidt op een dubbelton schoppen. Met een driekaart zou hij zeker een verliezende schoppen in de dummy gaan aftroeven. West heeft dus een 2-6-3-2, of een 2-6-2-3.

Uit de natuur heb je twee slagen in beide rode kleuren, maar de ruitenslagen zijn niet zeker, omdat de leider de klaverenkleur kan gebruiken als speelkleur en na het troeftrekken zijn verliezers daarop weggooien.

Schoppen naspelen heeft geen nut, west wint met de heer en dwingt je andere hartenhonneur eruit. Ook troef biedt weinig soelaas. De leider wint en snijdt in klaveren. Ruiten na is evenmin succesvol. West duikt en wint de slag met 10 en speelt weer troef.

De winnende voortzetting is klaveren. Geïndoctrineerd door de regel om nooit in een vork te spelen is dat een speelwijze die niet meteen bij je opkomt, maar wel succesvol is. Na H speel je klaveren en de leider kan nemen met ♣10. Troef na is voor je aas en een tweede klaveren snijdt de leider van de dummy af.

Hij kan een derde ronde klaveren proberen, maar je troeft en de weg naar de twee vrije klaveren is afgesneden en jij maakt op je gemak twee slagen in ruiten. Als de leider in plaats van klaveren ruiten naar zijn aas speelt en de laatste troef ophaalt, win je met HB van ruiten ook nog twee slagen.

Easy does it, je moet er alleen opkomen. Met een 2-6-2-3 bij west krijg je hem niet down.

Het tweede spel:

Z/OW
6 5 2
8 4
7 3
V 10 9 7 3 2
V 9 3
A H B 10
A 7 5 2 H B 10 9
B 9 8 4 10 5 2
A 6 B 5
8 7 4
V 6 3
A H V 6
H 8 4
 

Na je 1 opening volgen twee passen en houdt oost open met een doublet. De hartenfit wordt ontdekt en OW bieden naar de manche.

Partner begint met ruiten en je casht drie rondjes. Op de derde ruiten bekent noord niet en gooit een klaveren af. Wat speel je in slag vier?

Een idee is om ook de vierde ruiten te spelen om zo B te neutraliseren. Als je iets langer denkt, weet je dat het niet nodig is. De leider heeft hoogstens vijf kaarten in de zwarte kleuren en in de vorm van vier schoppenslagen voldoende parkeerplekken voor zijn verliezers.

Je hebt al drie slagen en hoeft er nog maar eentje bij. West heeft zeker ♣A, zodat een klaverenslag onwaarschijnlijk is. Je moet je geld zetten op troefvrouw.

Uit de natuur zal de leider V bij de openaar zoeken. Het enige wat jij kunt doen is hem op het verkeerde been zetten.

Je hebt al negen punten laten zien en door ♣H na te spelen suggereer je dat je HV van klaveren hebt. Dat telt op tot 14 en betekent dat je V niet kunt hebben. Je zou in dat geval 16 punten hebben en met 1SA zijn begonnen.

De leider telt mee natuurlijk en wint de slag met ♣A en speelt A en harten naar de tien. Met een kleine grijns op je gezicht win je de slag met V en geeft partner nog een klaverenslag. Je hebt de leider gefopt.

Zou je HV van klaveren hebben en in dat geval niet V, dan speel je een kleine klaveren na. De leider weet dat noord een klaverenplaat moet hebben en jij dus V en snijdt de harten over jou met hetzelfde resultaat als eerder.

Let op dat dit alleen lukt tegen een leider die de punten telt. Speel je tegen iemand die zich nergens iets van aantrekt of slechts oplet wie er geboden heeft, dan helpt niks.

Pittige problemen voor de vrouwen, maar het maakt ze bewust van meer opties dan de voor de hand liggende. Dank aan Krzyszof voor het materiaal.