Bridgerubriek 19 februari 2022

Het voelt al weer vertrouwd de vrijdagavond rit naar de bridgeclub. Muziekje op en scheuren langs het kanaal. 28 spellen en dan weer, hardere muziek, maar minder scheuren op weg naar huis. Niet elk spel is een avontuur, maar toch gebeurt er steeds wat. Ik verdenk de wedstrijdleider ervan dat hij wat peper in de dupliceermachine strooit. Twee 4333 verdelingen tegenover elkaar is blijkbaar verboden.

Bijna aan het eind van de avond stapt Geon op me af, we spelen niet samen deze avond, en informeert wat ik met die drieëntwintig punter heb gedaan. Er gaat niet meteen een lichtje branden bij me, want ik ben zo’n sterke hand niet tegengekomen.

Nadat hij een tipje van de sluier oplicht, herinner ik me de hand. Mijn rechtertegenstander had hem en ik had slechts een boer. We speelden wel zelf, want de edelachtbare was op zijn post.

Een tafel daarvoor had ik Matthieu nog aardig te pakken. Ik vroeg azen en zijn antwoord van 5♦ leg ik uit als 1 of 4, terwijl het 0 of 3 is. Nog in gedachten mompel ik dat het dan wel 7SA moet zijn. De aanstaande leider kost het een half jaar van zijn leven, want hij vermoedt dat de verdediging een aas kan cashen. Dat half jaar krijgt hij meteen weer terug als hij de dummy ziet en blijkt dat ik hem genept heb.

Dan dus die andere 7SA:

Z/OW
B 10 5
8 5 4
9 6 5 2
6 4 3
A H 9
V 8 6 4 2
9 3 A 10 6
A H V 8 4 B 10 7 3
A H 8 9
7 3
H V B 7 2
-
V B 10 7 5 2
 

Matthieu opent de zuidhand met 2 Muiderberg en west komt erin met 3. Oost legt uit dat het bod de manche forceert. Een beetje ouderwets naar mijn mening. Oost springt naar 4♠ en met een 6-5, goede kleuren en gunstige kwetsbaarheid biedt Verhoeven nog 5♣.

West doubleert a tempo en ik pas met de noordhand. De klaveren zullen net zolang als de harten zijn of zelfs langer, corrigeren is niet nodig. Iedereen zwijgt en na A leg ik de dummy neer.

De leider troeft en speelt ♣B. West duikt, maar ♣B maakt de slag, Hierna gaat nog het hoofdbestuur in schoppen en troef verloren en ook A, maar zuid houdt controle en ontsnapt voor -500.

Erik-Jan Krijgsman en Kamiel Cornelissen worden ook getrakteerd op een 2 opening. Kamiel doubleert en Erik-Jan springt naar 3♠. Hierna zwijgt zuid en kan west met 4♣ een slempoging doen voor schoppen. Oost werkt mee met 4, Last Train en biedt slem als partner met 5 vraagt of hij een controle in die kleur heeft.

Na afloop zijn ze het eens dat oost op 5 wel 6 (aas) had kunnen doen. West kan dan optimistisch 7♠ bieden. Er wordt slechts drie keer slem geboden. De meeste koppels blijven in de manche steken.

Bij Steenbakkers opent zuid zelfs met 1. Geon doubleert en als noord meebiedt met 2, zwak, loopt het uit de hand. Aan dat zwakke is niks gelogen, oost piept nog wel een keer schoppen, maar na 4(!) van zuid verzint Geon slechts dubbel. Een hoge schoppen of ruiten leidt tot vijf down en 1100 punten voor OW. Maar als west kiest voor de hartenstart en de verdediging te vaak harten speelt als ze aan slag zijn, ontsnapt zuid voor -2 en levert slechts 300 punten in.

In april staat de parencompetitie op het programma en we wachten al drie jaar in de eerste divisie. Alle seinen staan nu op groen, en het lijkt dit keer wel door te gaan. In juni is dan het EK voor dames en heren op leeftijd. Een beetje oefening op dat gebied is wel nodig.

Het volgende spel is een mooi voorbeeld:

O/Allen
A 6 2
A B 9 6
H 7 6
9 8 7
H V 8 7 4 3
10 5
10 8 3 2 H 7 4
10 9 4 2
8 3 A 10 6 5 2
B 9
V 5
A V B 8 5 3
H V 4
 

Ik open na de pas van oost de zuidhand met 1SA. Het alternatief is 1 openen en de kleur al dan niet met een sprong herbieden. De kans is groot dat het eindcontract in sans-atout dan in de andere hand komt.

Na 1SA informeert partner naar de hoge kleuren en beëindigt het bieden met een jump naar 3SA. West begint met een kleine schoppen en ik bekijk de dummy met gemengde gevoelens. De twee azen en H zijn prachtig, maar het gezamenlijke bezit in schoppen is pover.

De stemming wordt stukken beter als oost slechts ♠10 kan bijdragen en ik de eerste slag win met ♠B. Op jacht naar de overslagen neem ik in slag twee de hartensnit die verliest aan de heer van oost. Een kleine klaveren in de volgende ronde is voor mijn heer.

Ik speel twee hoge harten en als 10 blijft hangen, laat ik mijn hand zien. Zes ruitens, twee schoppen, twee harten en een klaveren maakt elf. Een luie claim. Met de parentelling had ik dat niet gedaan en de ruiten uitgespeeld.

Er ontstaat dan een eindspel waar iedereen nog drie kaarten heeft. West bewaart 10 en stuk van schoppen. In de dummy ligt 9 en ♠A en een kleintje. Oost is niet belangrijk en in de hand heb ik ♠9, de laatste ruiten en ♣V.

In slag elf volgt de laatste vrije ruiten en west heeft een onoverkomelijk probleem. Hij moet 10 vasthouden, maar ook de schoppendekking. Met nog maar twee kaarten lukt dat niet en zou ik zelfs drie overslagen hebben gemaakt.

In april pas weer, Tot die tijd is het lange halen snel thuis.