Bridgerubriek 19 maart 2022

Met het aantal deelnemers wil het nog niet vlotten op de clubavond. Zeker nu een deel van de profs in Reno speelt, is de spoeling dun. Zo’n besmetting gaat je ook niet in de koude kleren zitten. In quarantaine en je bent twee clubavonden op non-actief. Wie er altijd is, is de voorzitter natuurlijk. Met hem speelde ik de afgelopen week.

Als ik wil beginnen aan mijn zoektocht naar wat leuke spellen zegt mijn PC niks meer. Het zat er al aan te komen, paar keer een blauw scherm, maar je gunt het oudje een zachte dood. Gelukkig heb ik een back-up en die kan meteen op de nieuwe computer.

Wat meer moeite kost is het FTP gedoe. Het oude wachtwoord werkt niet meer en support is, voor mij, onduidelijk. Ook typen in Word 2019 kost heel wat aanpassingen. Change is good zeggen dan. Laat me toch.

Met de voorzitter heb je gelukkig altijd wel spellen die je kunt gebruiken. Er zijn twee slemspellen:

N/Allen
A H B 9 6
H 6 5
10 9 8 3
B
V 7 3
10 2
V 3 2 9 4
H 6 5 4 V 7 2
V 10 5 H 9 7 4 3 2
8 5 4
A B 10 8 7
A B
A 8 6
 

Na mijn 1♠ opening biedt Verhoeven 2. Met Geon Steenbakkers hebben we de antwoordstructuur na zo’n biedverloop omgegooid. Je kunt driekaarten en vierkaarten vertellen en ook of je een korte kleur met 3 of 4 troeven.

Het 3 bod vertelt een driekaart harten in een zwakke hand. Voor het gemak doe ik altijd alsof Matthieu op de hoogte is van die afspraken. En is dat niet zo, dan is het de snelste manier om het te leren.

Meestal belooft 3 een sterke kaart, met een minimum bied je meteen de manche, maar vanaf nu dus niet meer.

Verhoeven wist echter van niks en vliegt naar voren. We doen een rondje controlebiedingen en daarna vraagt hij de azen. Alle grote jongens zijn binnen, slechts V ontbreekt, zodat het eindcontract 6 wordt.

West begint met een kleine ruiten en ik mompel iets over een nieuwe afspraak. Verhoeven kijkt gelaten, maar gaat enthousiast aan de slag.

De eerste slag is via V voor het aas en B wordt door west genomen. Zuid heeft goed gezien dat de schoppensnit niet nodig is. Zijn plan is een klaveren troeven in de dummy en de andere twee zwarte verliezers afgooien op de hoge ruitens van noord.

Na H speelt west passief ruiten terug en zuid ruimt een schoppen op. Hij steekt nu over naar de hand met ♣A en speelt B voor. West speelt klein en dat doet de dummy ook.

Nu volgt een klaverenruff en casht hij H. Troefvrouw blijft hangen en er is maar een route naar succes. Speel de vrije 10 en gooi je laatste klaveren. Speel dan twee hoge schoppen en troef ronde drie in de hand. Gaat allemaal goed, want west moet steeds bekennen.

Nu pas wordt de laatste troef gehaald en met een zucht van verlichting geclaimd.
De tegenstanders zuchten ook en ik bied mijn verontschuldiging aan voor het lompe bieden. De andere tafels eindigen in 4♠.

Eerder die avond een andere slemhand:

Z/OW
H 10 8
H B 10 5
A 5 4
B 8 4
7 4 3 2
B
9 8 2 7 6 4 3
10 7 2 B 9 6 3
V 9 3 A 10 6 5
A V 9 6 5
A V
H V 8
H 7 2
 

Na mijn 2SA opening informeert noord met 3♣ naar de hoge kleuren. Mijn antwoord is 3♠ en dat bod toont een vijfkaart schoppen. Matthieu biedt hierop 4SA.

Zijn tweede bijbod vraagt niet naar het aantal azen, maar is een kwantitatieve verhoging naar slem. Met een maximum bied ik 6SA en met een minimum pas ik.

Ik heb er 20, dat is eigenlijk altijd een maximum, maar het aantal vrouwen is groter dan het aantal azen en daarom pas ik.

De dummy die ik zie na de hartenstart van west is een teleurstelling. Twaalf punten met een schoppenfit zijn wel genoeg om slem te bieden vind ik.

Matthieu weet dat ik weleens met 19 2SA open en anticipeert met zijn 4SA bod daarop. De mate van fit is echter belangrijker dan een of twee puntjes meer of minder.

Ik win de start en cash ♠A. Nu de boer ploft, claim ik meteen twaalf slagen. ♣A zullen ze wel niet duiken in slag dertien.

De volgende ronde komt het spel opnieuw ter sprake. Onze nieuwe tegenstanders informeren naar het bieden. Ze zaten in dubio over de betekenis van 4♣ na het antwoord op Stayman. Beloof je een controle met fit, of is het een eigen kleur. De tweede vraag die daar bij aansluit is hoe je de schoppenkleur kunt afspreken na 3♠.

Je kunt met 4 de schoppenkleur afspreken en 4♣ en 4 gebruiken als natuurlijk bod. 4SA na 3♠ is dan kwantitatief.

Het nadeel van 4 is dat er geen ruimte meer is onder 4♠ en om die reden is tegenwoordig 4♣ als schoppenfit en sleminteresse populair. Beide spelers kunnen dan onder 4♠ nog een bodje doen.

Klaveren bied je in dat geval met 4 en ruiten blijft 4.

Toont de openaar een vijfkaart harten dan kun je wel economisch met 3♠ de kleur afspreken en de biedingen op het vierniveau natuurlijk houden.

Het veld vond het slem wel.