Bridgerubriek 24 april 2021

Het is vrijdagavond, tijd om lekker een potje te kaarten op de club. We hopen altijd het constructieve bieden te oefenen, maar hebben last van de tegenstanders. De vlegels wagen het om mee te bieden en dat is funest voor onze oefening. Zelfs als we slem hebben, doen ze vrolijk mee. De oefening in constructief bieden wordt steeds een oefening in competitief bieden.

De meeste last heb je van een preëmptief volgbod. De ruimte die ze daar mee afsnoepen limiteert de eigen opbouw.

Uit de periode dat ik nog aan beginners lesgaf, komt de volgende anekdote. Ik heb mijn lesje gedaan over het preëmptieve volgbod en de cursisten gaan spelen. Na een paar minuten steekt een van de dames haar hand op. Ik loop naar haar toe en ze informeert, met een vinger naar haar kaart, of dit hoort bij het verhaal van zo-even. Nadat ik bevestig is haar tweede vraag hoe hoog ze dan moet. Ze heeft een achtkaart met twee plaatjes en is niet kwetsbaar. Ik antwoord: “zo hoog als je durft”. Van een afstandje blijf ik het volgen en na een minuutje heeft ze alle moed bij elkaar geraapt en vist 1♠ uit de biedbak. Vragend kijkt ze me aan en glimlachend knik ik goedkeurend.

De vlegels op club zijn niet zo timide:

Z/Allen
4 3
9 5 4 3
H 10 9 5 4 2
6
2
V B 10 8 7 6 5
V 8 7 6 B 10
V 7 6 3 -
10 4 3 2 A H 8 7
A H 9
A H 2
A B 8
V B 9 5
 

Ik open de zuidhand met 2♣ en beloof een zwakke hand met ruiten of iets sterks. De bedoeling is om na het 2 antwoord van partner 2SA te herbieden. Ik toon dan een evenwichtige hand met 22-23 punten.

Ik krijg echter geen tijd voor mijn herbieding, want oost springt naar 4♠. Op lager niveau kunnen we onderscheid maken tussen de diverse sans-ranges, maar nu we al op het vierniveau zitten kan ik slechts doubleren.

Na afloop van het bieden bekent oost dat hij uitging van de zwakke variant bij mij. Tijd voor een strafexpeditie. Ik begin met A. We spelen hoog-laag als even en Geon gooit de 5 en de leider de 10 in de eerste ronde. Als de leider eerlijk gooit, is de verdeling van de harten duidelijk. Ik switch daarom en kies ♣V in de hoop dat partner de heer heeft.

Geon gooit ♣6, laag is aan in deze situatie en oost neemt met het aas en speelt ♠10. Ik neem en omdat ♣6 de laagste ontbrekende kaart is, speel ik met groot vertrouwen een kleine klaveren na. De verwachting is dat Geon de heer speelt. Hij troeft, net zo goed, de slag en speelt ruiten terug.

Teleurstellend zie ik oost troeven en weer troef spelen. Ik neem en als noord renonceert, speel ik A. Oost troeft weer, haalt mijn laatste troef en speelt B na. Ik win met H en speel B. Oost troeft, maar moet nog een klaveren verliezen en is drie down.

Kwetsbaar is dat duur. Je verliest 800 punten. Twee andere leiders in 4♠ worden minder op de proef gesteld en verliezen een en twee slagen voor een vette plus, want de rest van het veld speelt 3SA voor tien slagen.

Een paar rondjes doen we kalm aan en het publiek op de tribune dut een beetje in tot het volgende spel:

N/NZ
H 2
H 8 7
H B 7 5 2
A B 2
A B 4
V 10 8 7 6 5 3
B 4 2 5 3
V 10 9 6 8 4
8 7 6 9 4
9
A V 10 9 6
A 3
H V 10 5 3
 

Ik open de noordhand met 1SA en oost meldt zich met 3♠. Dit scenario komt aan een aantal tafels voor en veel zuidspelers zitten vast. Sommigen vragen de azen en gokken 6 en er is ook iemand die meteen 6 biedt. Maar aan een kwart van de tafels stoppen NZ af in de manche.

Storen is nuttig!
Aan onze tafel biedt zuid 4♣. Met dat bod toont hij harten. Het is een recente afspraak die we telefonisch hebben gemaakt, maar die de weg naar het boek nog niet gevonden heeft. Ik bied 4, met 4 kunnen we een betere hand tonen, maar ♠H lijkt niet veel waard en het is misschien handig als het contract in mijn hand zit.

4 Beëindigt het bieden echter niet, want Geon gaat door met 4♠. Hij vraagt de azen met harten als troef. West blaast een deuntje mee door te doubleren en ik bied 4SA en toon twee azen ( van de vijf) zonder troefvrouw.

Het derde bod van zuid is 6♣. In situaties waar we een troefkleur afgesproken hebben is een jump naar het zesniveau een voorstel om te spelen, een alternatieve troefkeur dus. Met 4 kan ik nog een dubbelton hebben en dat zouden we in klaveren waarschijnlijk meer troeven hebben.

Na 6♣ bekruipt me een gevoel van onzekerheid. We hebben het wel gehad over 4♣, maar is dat blijven hangen, nu het niet opgeschreven is? Het verdere bieden lijkt wel op een hartenkleur, maar kan evengoed goede klaveren zijn met een schoppencue. Maar wat is dan 6♣ als antwoord op 4SA?

Als teken van vertrouwen had ik natuurlijk 6 moeten bieden. We hebben weleens eerder in een 2-1 fit gespeeld op het zesniveau en dan is een potentiele 3-3 fit een verbetering.
Met een hartenkleur is de sprong naar 6♣ echter zeker een vijfkaart en dan is het de ene 5-3 fit of de ander. Ik pas en wacht vol spanning op zijn hand.

Hij heeft inderdaad een 5-5 en met beide kleuren rond zijn twaalf slagen eenvoudig. Na afloop haalt Geon nog even de afspraak in herinnering. Het spel zorgt er voor dat we het nooit meer vergeten. Nu nog in het boek zetten.