Bridgerubriek 27 november 2021

Met pijn in het hart verlaat ik het thuisfront waar het tweede kleinkind net is geboren voor een vakantie op een eiland waar het warm is. Een uitje was er nog niet van gekomen in deze malle tijden en dit leek een goede gelegenheid. Het verblijf is prachtig, niets dan luxe, het zwembad is vijf stappen verwijderd en de zee een honderdtal meer.

Het eten is van fabuleus en de temperatuur zodanig dat regelmatig vluchten naar de airco-gekoelde kamer een must is. Nadeel is wel dat de muggen onbarmhartig zijn. Je loopt constant te spuiten met allerlei afweerspul, maar de krengen vinden altijd een onbeschermd plekje. Halverwege het verblijf word ik ziek. Een virusje zeggen ze. Twee dagen compleet out en alles wat ergens in mijn ingewanden zat, ging eruit.

Maar goed, we komen om te bridgen en dat gaat zoals vanouds. Ik speel met globetrotter Verhoeven die hier kind aan huis is. Of het aan het weer ligt of aan de alcoholische versnaperingen weet ik niet, maar we bieden hoog:

Z/Allen
H V 5 4 3
A V 9 5
A 7 4
8
B 6 2
10 8
B 7 4 3 10 8 6
V 10 9 6 8 5 3 2
H B V 7 4 3
A 9 7
H 2
H B
A 10 9 6 5 2
 

Ik open de zuidhand met 1SA en Matthieu informeert met 2♣ naar mijn hoge kleuren. Die heb ik niet, maar als hij met 3 een vijfkaart schoppen en een vierkaart harten toont, hebben we een fit. Ik bied 3♠.

Er volgt een tweetal controlebiedingen waarna noord met grote voldoening het 4SA kaartjes uit de bak vist. Ik bied 5, twee keycards en noord informeert met 5SA verder. De afspraak is dat ik vertel waar mijn heer of heren zitten. Ik zou 6♣ moeten bieden, waarmee ik ♣H of de beide rode heren toon.

Met 4 is een controle getoond in die kleur en omdat 5SA het bezit van alle azen belooft, kan ik 6♣ bieden want noord weet dat ik naast H ook H moet hebben. Ik taxeer hem op HV vijfde AV vierde en A derde met een singleton of A dubbel met H dubbel laag. In het eerste geval kan in de derde ruiten van hem aftroeven.

Ik geef daarom geen antwoord, maar bied meteen 7♠. Een tikje hoog misschien tegenover de geschetste hand, maar misschien heeft hij B of V en dan volstaat een ruff.

West begint met troef en ik zie dat ik inderdaad het slechts mogelijke scenario tref. Er zijn twee plannen. Ik kan de klaveren opzetten, of een ruiten en een harten troeven in de hand. Met de klavers rond zijn twee aftroever genoeg, maar zit de kleur 4-2 dan dreigen overtroevers als de vierkaart bij west zit.

De andere speelwijze vereist dat de harten 4-3 zitten en de ruiten niet slechter dan 5-3. Daar heb ik wel vertrouwen in. De zaak uitrekenen is in dit stadium onmogelijk.

Ik win de uitkomst in de hand en speel drie keer ruiten en troef de derde in de hand. Vervolgens speel ik H en harten naar het aas en troef de derde harten in de hand. Iedereen bekent en als ook ♣A en een afgetroefde klaveren zonder ongelukken passeren, hoeven de troeven nog maar te vallen voor een sappige 2210.

Dat lukt en we zijn niet ongelukkig met het resultaat. Drie kleuren moeten een beetje zitten, ach het moet meezitten. Over geluk gesproken: de volgende dag tegen twee andere tegenstanders:

Z/Allen
A 9 7 2
6 5 4 2
A H 8
5 3
H V B 10 8 4
6 5 3
9 3 H B 10 8
10 7 4 B 9 2
10 9 V 6 2
-
A V 7
V 6 5 3
A H B 8 7 4
 

Matthieu opent de zuidhand met 1♣ en west volgt 2♠. Ik heb weinig zin mijn hartenkleur te introduceren om daarna bij gebrek aan een fit in 3SA te moeten worstelen en besluit te strafpassen.

Verhoeven heeft andere ideeën. Zijn tweede bod is 3. Ik taxeer hem op een 6-5 laag en zie kansen. Ik begin met 3♠ om een strafpas te vertellen en bied na 4♣, 4. Of ik daarmee de ruiten vaststel is nog onduidelijk

Zuid toont een controle met 4 en ik doe hetzelfde met 4♠. Het lijkt me minder goed nieuws voor zijn hand met een renonce, maar Verhoeven vindt de kaart 4SA waard. Na mijn 5, drie keycards weet hij dat ik voor ruiten bezig was en omdat we nog steeds op de roze wolk zweven, is 7 het laatste bod.

West begint met ♠H en ik leg de dummy neer. `Maar drie`, hoor ik. ´Ik rekende op een 6-5´, zeg ik. Normaal is Matthieu een rappe speler, maar nu beginnen de meisjes uit Lochem al voorzichtig te informeren wie er aan de beurt is. Uiteindelijk vindt hij onder veel gepuf en gekreun een speelplan.

Nemen met ♠A en een harten weg. Dan harten naar de vrouw en ruiten naar boven. Klaveren naar de boer en de troeven trekken. Ha, drie-drie. Dan de ♣A en als iedereen bekent, is hij binnen.

Twee snits goed en twee kleuren rond, ik weiger het uit te rekenen, maar het is zeker minder dan 57% die je nodig hebt voor een grootslem.

Zuid wilde niet doubleren met zijn renonce in schoppen. 2♠ gaat behoorlijk down. A en dan klaveren naar de boer en ♣H. Vervolgens ruiten naar de heer en harten voor de vrouw en A. Dan ♦V en ♣A en noord heeft nog twee troefslagen. Vier down is de arme west en ze kan er ondanks de fraaie kleur niets aan doen. Maar 1100 kan natuurlijk niet wedijveren met 2140.