Bridgerubriek 5 juni 2021

De laatste wedstrijd van het seizoen is dit jaar het senioren paren kampioenschap. 168 Paren klappen om half elf de laptop open en spelen 39 spellen. Het aantal deelnemers aan de diverse kampioenschappen dit seizoen was enorm. Zolang de bridger de deur maar niet uit hoeft, herleven de oude tijden van weekendtoernooien waar vaak meer dan 100 paren op af kwamen. Aan die hausse komt waarschijnlijk snel een eind, zodra we weer live gaan spelen en honderd kilometers moeten karren voor we kunnen aanschuiven.

De bejaarden paren speel ik met Matthieu. Live eindigden we de laatste keer in de top tien, maar ik heb gemerkt dat mijn concentratieniveau gedurende het jaar rap afneemt. Nu begint het al aan de eerste tafel en laat ik de tegenstanders 4♠ maken en kies het spel erna voor de verkeerde uitkomst.

Matthieu roert zich niet en neemt nog maar een koffie en ik volg zijn voorbeeld. Het werkt, want daarna gaat het – het zal aan de Zwitser liggen – stukken beter. We komen tot de vierde tafel, maar dan is de puf er weer uit.

Halverwege de middag twee mooie spellen:

N/OW
A 9 3 2
B 8 4
H 4 3
H 8 6
H 10 4
7 6
10 3 H V 2
A 8 6 10 9 7 5 2
9 7 5 4 3 V B 2
V B 8 5
A 9 7 6 5
V B
A 10
 

Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast en daarom verpas ik de onaantrekkelijke elfpunter als noord. Zuid begint met 1 en hierna vertel ik met 2♣ dat ik een driekaart steun heb en tegen de opening aanzit qua punten.

Matthieu biedt na 2♣, 2 en maakt duidelijk dat hij een opening heeft. Ik ga verder met 2SA om op die manier 3SA als optie open te houden. Het feit dat ik evenwichtig ben, is slecht nieuws voor zuid en zijn derde bod is 3.

Daaraan heb ik niets meer toe te voegen en waar je in viertallen waarschijnlijk een rondje eerder al in de manche gezeten had, eindigen we nu in de deelscore. Als je beide handen ziet, zijn tien slagen ver weg en is 3 hoog zat.

Je rekent op een schoppenverliezer, twee in troef en A. Daarbij zou je nog tegen allerlei wrede zitsels aan kunnen lopen en bent blij met 3.

West trapt af met een kleine klaveren en de leider neemt in de hand. De schoppen kunnen wachten en er valt iets te zeggen om met ruiten te beginnen en de heer hoog te spelen, maar Matthieu is netjes opgevoed en begint met troef.

A en harten na leidt bijna zeker tot twee verliezers en de route naar een verliezer is hopen op stuk sec of de speelwijze die de leider vindt. Hij begint met een kleintje naar de 8 in de dummy. Oost neemt met H en speelt schoppen in.

West dekt ♠V met de heer en de leider neemt de slag met schoppenaas. Hierna volgt B en je hoopt dat V rechts zit en de tien meeploft. Dat gebeurt niet zo vaak maar op dit spel is het midden in de roos. Oost dekt niet, maar Matthieu duikt in de hand en hoort mij juichen als de tien meevalt in west.

We komen er met een troefverliezer vanaf en tien slagen liggen kaar. Het wordt nog mooier. De leider haalt troefvrouw op en speelt B. West duikt, maar neemt V wel. Passief is het motto, zuid moet dan nog een schoppen verliezen, maar west meent de aanval in schoppen te moeten doorzetten. Een kleine schoppen is voor de 8 en de tien valt onder ♠B.

Twee overslagen maakt hij, we hadden makkelijk de manche kunnen bieden blijkbaar. Aan de 40 tafels wordt 26 keer de manche geprobeerd. Het gros sneuvelt en met 3+2 scoren we een dikke 75%. Zelfs 3 met een upje zou al meer dan 70 zijn. Soms is een deelscore genoeg.

Het tweede spel:

Z/Allen
3
6
A H V 10 9 7 4 2
V 6 3
10 9 8 5 2
V B 6
9 8 2 A H 10 7 3
8 6 3
10 8 2 H B 5 4
A H 7 4
V B 5 4
B 5
A 9 7
 

Het nadeel van online spelen is dat je de opwinding mist van het oprapen van de kaart. Je ziet in een blik, keurig gesorteerd, je hele hand. Een voor een al die ruiten oplepelen is er niet bij.

Het wordt nog erger als zuid met 1SA begint. Het wordt minstens slem!

Het best zou zijn om simpel de azen te vragen. Maar ik weet niet hoe. Daarom eerst maar 2SA. Dat toont ruiten. Matthieu biedt 3 en ontkent een tophonneur in ruiten. Nu 3SA zou een slempoging zijn, maar onbevredigend als hij past. Ik flirt met 4SA, maar misschien ziet hij het wel als kwantitatief.

Ik ga daarom verder met 4 en zie 4♠ aan de overkant. Hm, het is geen 7, want we missen A. Nu 6 of 4SA leidt tot slem, maar ben plots huiverig voor slem. We missen een aas en dan moeten de klaveren het doen.

Ik kies voor 5♣ na 4♠. Last Train. Ik toon een hartencontrole en nodig uit voor slem. Matthieu biedt na enige denktijd 5 en ik heb me in een situatie gemanoeuvreerd waar ik geen 6 meer kan bieden.

Met beide handen zichtbaar is slem ook niet geweldig na de uitgeseinde hartenstart. Toch liggen twaalf slagen klaar.

Oost neemt de eerste slag met H, A zou beter zijn en speelt schoppen in slag twee. De keus voor schoppen is een aanwijzing voor de plaats van ♣H. Zonder die kaart zou oost zeker klaveren inspelen. Met de hoge harten en ♣H heeft de leider een dwang tegen oost.

Neem ♠A, troef een harten en steek over naar B. Incasseer ♠H en troef nog een harten in de dummy. Is A inmiddels gevallen dan ben je klaar, maar als er slechts kleintjes zijn verschenen, speel je al je ruiten af en merkt dat het tempo van oost per slag lager wordt.

Op de laatste troef heeft hij nog HB van klaveren en A en moet daar nog een kaart van afgooien. De leider gooit na hem en krijgt ♣V hoog als de boer verdwijnt, of V als A wordt afgegooid.

Als de man zo speelt, moet je niet zo tuttig bieden. Maar opnieuw redt de parentelling ons. Hele hordes vinden de speelwijze niet en gaan down in slem, zodat 5 nog midden is. Ja, ik weet het. 3SA had ook gekund.

Er is wel downstart en dat is klaveren. Je ruïneert de verbinding tussen de twee handen voor de squeeze. Met schoppen uit kun je wel je hartenverliezer opruimen, maar blijft met twee klaverenverliezers. Maar ook dan brengt de dwang uitkomst. Geef een harten af en speel als boven. Je kunt je alleen afvragen of klaveren naar de vrouw niet kansrijker is.