Bridgerubriek 6 augustus 2022

Mijn wortels liggen in het Limburgse heuvelland, maar ik ben daar al heel lang weg. De band blijft wel, maar de enige soortgenoot die ik nog weleens tref is Jo Simons. Zijn geboortehuis stond een kilometer van dat van mij en tegenwoordig wonen we op dezelfde afstand van elkaar in Twente. We vieren dat door elke zomer een pintje te pakken en kritiek te leveren op en ons verbazen over de hele wereld.

Toen Jo me appte met de mededeling dat het weer zomer is en me de keuze gaf tussen een terrasje of een zomerdrive was mijn beslissing niet lastig. Op een terrasje kun je niet bridgen, maar bij de zomerdrive wel bier drinken.

Afgelopen dinsdag fietsen we naar het denksportcentrum in Hengelo en na een “wel een simpel systeem hè” volgen acht rondjes van drie spellen. Het veld is gemêleerd, een paar divisieklanten, en een hoop lokale matadoren.

Aan parenbridge doen ze niet. Eerst het grote geld in de tas en dan kijken we wel verder. Strafdubbels zijn verboden, want de verdedigende kunsten zijn beperkt. Als je na afloop met zijn vieren over een spel buigt om te ontdekken hoe iemand twee slagen meer maakt dan eigenlijk mag, weet je genoeg.

In de koffiefase volgt deze:

O/NZ
7
A V 9 3
H V 9 7 4
H B 3
A B 6 4 3 2
10 9 8
6 5 2 H B 8 4
A B 3 10 8 6
9 10 5 2
H V 5
10 7
5 2
A V 8 7 6 4
 

Jo opent de zuidhand met 1♣ en Pim Menkveld volgt 1♠. Om de harten meteen in beeld te krijgen begin ik met een negatief doublet en laat de ruitens verzuipen. Arthur Hollink steunt zijn maat met 2♠ en twee passen volgen.

Ik doubleer nog een keer en na 3♣ van mijn partner ga ik verder met 3♠. Het verwachte 3SA bod beëindigt het bieden en na een kleine schoppen van west wint de leider de eerste slag in de hand met ♠H.

De leider heeft acht zekere slagen en kan in harten snijden voor slag negen of ruiten spelen en in die kleur een slag opzetten. Beide speelwijzen laten oost aan slag komen als die H of A heeft en schoppen na vanuit die kant is fataal.

In paren geldt de regel dat je gaat voor zo veel mogelijk slagen en dat betekent ruiten in slag twee. Zit het aas bij oost dan is het meteen tijd voor bier, maar zit die kaart goed dan win je de slag met een plaatje, tettert alle klaveren en speelt nog een ruiten. Meer dan de twee azen maken de tegenspelers niet.

Jo is nog niet toe aan bier en speelt eerst zes keer klaveren. Dat is voor hem eenvoudig, maar de tegenspelers hebben het moeilijk. West gooit drie hartens en twee ruiten en oost twee ruiten en een harten.

De leider vermoedt dat de hartensnit nu werkt, maar als hij harten speelt, renonceert west en gooit een schoppen. Dan op met A en H voor het hok. West moet winnen en kan slechts schoppen spelen. Zuid maakt zijn tweede schoppenslag en ook nog een ruiten voor tien slagen.

Het veld gaat down in rare contracten of maakt een slagje minder, we scoren bijna een top.
Bij het tweede spel ben ik al een paar rondjes van de koffie af, maar mijn partner nog steeds niet:

N/OW
A 10 6 3
B 4 2
8
B 6 5 3 2
V 9 5
H 8 7 2
9 6 7 5 3
V 6 2 7 5 4 3
H V 9 8 4 10 7
B 4
A H V 10 8
A H B 10 9
A
 

Ik open niet graag 2♣ met een tweekleurenspel. Als de buren meebieden, krijg je zelden de gelegenheid beide kleuren in beeld te brengen. Op dit spel heb ik, gezien de kwetsbaarheid, de hoop dat ze stil blijven.

Mijn hoop wordt vervuld, want na mijn 2♣ hebben we het bieden voor ons zelf. Partner biedt 2 en ik vertel mijn hartenkleur. Jo steunt meteen en dat betekent dat slem mogelijk is. Azenvragen kan ik niet wegens de twee kleine schoppen en ik start het onderzoek met 4♣, een controlebod.

Of west dacht dat 4♣ het eindcontract zou zijn, of dat noord misschien nog een ruiten of schoppencontract zou moeten spelen, weet ik niet, maar hij doubleert. Jo, nog steeds niet aan het bier, heeft een paar opties.

Ik heb door 4♣ te bieden een schoppencontrole ontkent, maar gelukkig heeft hij die wel. Hij heeft ook een ruitencue, maar slechts drie troeven en verder weinig kracht in de overige kleuren. De voorzichtigheid krijgt de overhand en in plaats van 4 doet hij met 4 zijn kaart geen recht aan. Ik kan niet anders dan passen, omdat de tegenstanders best twee slagen in schoppen kunnen cashen. Na afloop bedenk ik dat 5 misschien nog wel had gekund, zeker als 3 een sterker bod is dan 4. Meer dan twee schoppens kunnen we niet verliezen en het geeft de maat een tweede kans nog eens naar zijn hand te kijken.

Slechts Hans Bosch en Monique de Kort bieden 6, de rest van het veld speelt, twee keer een deelscore of vredig 4.

West begint met troef en ik win in de hand. A en een afgetroefde ruiten volgen en met ♣A bereik ik weer mijn hand voor een tweede ruitenaftroever.

Door een klaveren af te troeven kom ik weer thuis om de troeven op te halen en de ruiten te cashen. In de hoop dat west twee keer stuk heeft in de zwarte kleuren speel ik mijn hoge kaarten uit, maar als blijkt dat oost een schoppenplaatje heeft, geef ik nog een slag af. Dik 60% en dat is eigenlijk veel te veel.

Jo blijft de hele avond van het bier af, volgende week een terrasje dan maar!